Dat staat in een wetsvoorstel dat minister Donner van Justitie voor advies naar verschillende instanties heeft gestuurd. Eerder dit jaar kondigde de bewindsman al aan dat hij met een dergelijke wet zou komen, maar de strafmaat was nog niet bekend.

Donner stelt verder voor dat een rechter iemand die ernstige misdrijven ontkent of verheerlijkt, als bijkomende straf uit zijn beroep of ambt mag zetten. De straf kan ook van toepassing zijn bij rekrutering ten behoeve van de jihad (heilige oorlog). Op dit moment heeft een rechter ook al de bevoegdheid om personen die opruiien, discrimineren of aanzetten tot haat, uit hun beroep of geestelijk ambt te zetten.

In zijn toelichting op de wet schrijft Donner dat de regering grote zorgen heeft over de manier waarop in het land het publieke debat wordt gevoerd. Grievende uitlatingen kunnen de verhouding tussen bevolkingsgroepen op scherp zetten en radicalisering bevorderen. De schok na een terroristische aanslag of een oorlogsmisdrijf is zo groot dat verheerlijking, vergoelijking, bagatellisering of ontkenning daarvan burgers diep kan kwetsen en tot onrust in de samenleving kan leiden. Volgens de minister zijn uitlatingen die misdrijven ontkennen of verheerlijken, afkeurenswaardig en strafwaardig als ze de openbare orde verstoren.

Donner vindt dat het op peil houden van het publieke debat een taak is van alle Nederlanders. Mensen moeten op een waardige wijze met elkaar discussiëren. Daarbij staat de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst voorop.

De taak van de overheid is om het publieke debat binnen aanvaardbare grenzen te houden. Strafwetgeving is daar het sluitstuk van. Mensen mogen hun grondwettelijke vrijheden niet misbruiken, zo schrijft Donner.

De voorgestelde strafmaatregelen zijn een aanvulling op misdrijven zoals opruiing, discriminatie en het aanzetten tot haat of geweld.