Blair wijkt niet voor terreur
De Britse regering peinst er niet over de huidige koers ten aanzien van Irak, Afghanistan en het Midden-Oosten te verleggen naar aanleiding van de terreuraanslagen op Londen. „We zullen geen centimeter wijken”, aldus premier Tony Blair dinsdag in zijn maandelijkse persconferentie.
Blair vond dat de jarenlange terreurcampagne van het Ierse Republikeinse Leger (IRA) in Groot-Brittannië op geen enkele manier te vergelijken is met het nietsontziende terrorisme van radicale moslims waarmee de wereld nu wordt geconfronteerd.
„Ik denk niet dat de politieke eisen die voortvloeien uit het (Ierse, red.) republikanisme kunnen worden vergeleken met de politieke eisen van de terroristische ideologie waarmee we nu te maken hebben”, zei Blair. De doelen die de IRA nastreeft, worden volgens Blair gesteund door vredelievende inwoners van Noord-Ierland en de Ierse Republiek, en zijn doelen waarover onderhandeld kan worden. „Maar geen serieus individu zou ooit kunnen onderhandelen over de eisen van terroristen die zelfmoordactivisten gebruiken om mensen te doden”, zei de premier.
Blair verklaarde ook dat moslimextremisten, zoals de daders van de aanslagen in Londen van 7 en 21 juli, er enkel op uit zijn zo veel mogelijk slachtoffers te maken. „Ik denk niet dat de IRA ooit heeft geprobeerd 3000 mensen te doden”, zei de premier, verwijzend naar de aanslagen in New York in 2001. „Elf september werkte op mij als een wekker, maar weet u wat het probleem is?” vroeg Blair. „Een groot deel van de wereld werd even wakker, draaide zich om en ging weer slapen.”
Uit een peiling van ICM, waarvan de resultaten dinsdag in The Guardian werden gepubliceerd, bleek echter dat de meerderheid van de moslims in Groot-Brittannië, 58 procent, denkt dat de deelname van de Britten aan de oorlog in Irak een belangrijke reden is geweest voor radicale moslims om de aanslagen te plegen.
Eenentwintig procent zei dat de aanslagen „enigszins” verband houden met het Britse aandeel in de oorlog in Irak. Vijf procent van de ondervraagden zei zelfs dat nieuwe aanslagen op Britse doelen gerechtvaardigd zouden zijn, 81 procent was het daarmee oneens. Volgens de peiling vindt de helft van de ondervraagden dat de Britse moslimgemeenschap te weinig doet om radicalisering van moslims tegen te gaan.
Blair hield dinsdag besprekingen met de leiders van de oppositie in het Britse Lagerhuis over een nieuw pakket maatregelen dat hij wil invoeren in de strijd tegen het terrorisme.
De Britse oppositieleiders, Michael Howard van de Conservatieven en Charles Kennedy van de Liberaal-Democraten, steunen vrijwel alle voorstellen van Blair, maar achtten het niet nodig het Lagerhuis in de zomerperiode te laten samenkomen om over de wetten te debatteren. Howard en Kennedy uitten alleen hun twijfel over Blairs voorstel om de periode dat een terreurverdachte zonder aanklacht kan worden vastgehouden te verlengen van twee weken tot drie maanden.
De Britse politie heeft woensdagmorgen vier mannen gearresteerd in Birmingham in verband met de aanslagen van vorige week. Een van de mannen werd woensdagmorgen vroeg gearresteerd bij een huiszoeking, zei een politiewoordvoerder.
De Britse politie vond dinsdag tijdens de jacht op de verdachten van de mislukte bomaanslagen van 21 juli een „grote hoeveelheid mogelijke explosieven.” De vondst werd gedaan in het flatgebouw in Noord-Londen waar de verdachte Yasin Hassan Omar sinds 1999 heeft gewoond.
De twee verdachten zijn afkomstig uit Eritrea en Somalië. De man uit Eritrea, Muktar Said Ibrahim (27), is een genaturaliseerde Brit. De Somaliër Yasin Hassan Omar (24) verbleef legaal in het land. Hij kwam als 11-jarige naar Groot-Brittannië, meldde het ministerie van Binnenlandse Zaken dinsdag. Beide kregen als tieners asiel in het land.
Het feit dat twee nieuwe verdachten uit Oost-Afrika komen, geeft de jacht op al-Qaida-groepen in Groot-Brittannië een nieuwe dimensie. De theorie van de inlichtingendiensten dat er twee al-Qaida-cellen in het land zijn, wordt door de recentste ontwikkelingen bevestigd, stellen analisten.