Vooral kinderen in Niger slachtoffer van hongersnood
Het Afrikaanse land Niger lijdt al maanden aan een tekort aan voedsel. De oogst mislukte grotendeels door extreme droogte en sprinkhaanplagen. Vooral kinderen zijn het slachtoffer van de hongersnood. De situatie is het ergst in de zuidelijke regio’s Maradi, Zinder en Tahoua.
Volgens Isabelle Défourny van Artsen Zonder Grenzen (AZG) is 1 op de 5 kinderen in het land zwaar ondervoed. Naar schatting verkeren 150.000 kinderen in een zeer kritieke toestand. Zij zullen sterven als zij niet snel worden gevoed.
Défourny bracht als medewerktser van AZG dit jaar twee maanden door in Niger. Zij spreekt van een noodtoestand. „Er is op dit moment sprake van een epidemische uitbraak van ondervoeding".
Nigerese kinderen worden relatief lang gezoogd. Doordat hun moeders nu ondervoed zijn, krijgen zij minder of zelfs helemaal geen moedermelk meer. Dit is volgens Hadi Zatou Yacouba van de Nederlanse ontwikkelingsorganisatie SNV een van de voornaamste redenen voor het hoge aantal kindslachtoffers.
Hoeveel kinderen al zijn gestorven is niet bekend, maar de opvangcentra van AZG draaien op volle toeren om meer doden te voorkomen. Elke post krijgt per week circa duizend aanvragen van kinderen die hulp nodig hebben. In de posten krijgen zij voeding en medische hulp. Sommige kinderen moeten in ziekenhuizen worden opgenomen, anderen komen elke week terug en krijgen voedselpakketten om mee naar huis te nemen.
Alhoewel al maanden geleden voor een crisis werd gewaarschuwd, bleef een reactie van de internationale gemeenschap uit. Volgens Yacouba, die landendirecteur Niger is van de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV, hebben zowel hulporganisaties als de Nigerese overheid de situatie onderschat.
„April tot september is elk jaar vanwege de droogte een moeilijke periode, waarin de oogstvoorraad gedeeltelijk wordt opgemaakt. Dit jaar was de oogst bijzonder slecht, waardoor de situatie uit de hand liep", aldus Yacouba. De noodvoorraad van de overheid was al snel uitgeput.
Internationale voedselhulp naar Niger begint nu op gang te komen, maar is volgens Yacouba nog onvoldoende. Bovendien zijn de voedselpakketten vaak niet aangepast aan de eetgewoontes van de Nigerezen, die vooral granen eten.
Door het grote aantal vluchtelingen dat de getroffen gebieden verlaat, is de volgende oogst ook niet veilig. Boeren die hun land verlaten kunnen hun land niet onderhouden, waardoor de opbrengst van de oogst in september een stuk lager kan uitvallen. De Nigerese overheid probeert de vluchtelingenstroom te verminderen door het opzetten van ’voedsel voor werkprogramma’s’.
Ondertussen betonen Nigerezen die wel nog te eten hebben hun solidariteit met de slachtoffers van de hongersnood. Volgens een lokale krant is er in de afgelopen week al 1,5 miljoen euro opgehaald bij inzamelingsacties voor de getroffenen.
Meer geld is noodzakelijk om te verkomen dat de hongersnood verder escaleert. Volgens het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties is er direct 16 miljoen dollar (13,3 miljoen euro) nodig. Met dat geld kunnen 1,2 miljoen Nigerezen worden gevoed.