EU: Agenten mogen overal de grens over
De politie zou achtervolgingen moeten kunnen voortzetten in alle landen die onderling open grenzen hebben. Juridische beletsels moeten worden opgeheven.
De Europese Commissie heeft dat dinsdag voorgesteld aan de zogeheten Schengen-landen, die onderling de paspoortcontroles hebben afgeschaft. „Het vrije verkeer van personen vereist dat de politie net zo makkelijk de grens over kan”, zei vice-voorzitter Frattini (Justitie) van de Europese Commissie.
De agenten uit verschillende landen zouden ook vaker gezamenlijk moeten surveilleren, vindt Frattini. Hij wil daarbij de informatie-uitwisseling versterken en communicatieapparatuur beter op elkaar afstemmen. Als het aan de eurocommissaris ligt, moeten de agenten ook taallessen en gezamenlijke trainingen gaan volgen.
Nederland heeft al drie verdragen gesloten met andere EU-landen over politiewerk op elkaars grondgebied, maar die moeten nog geratificeerd worden door alle parlementen. Toch is de samenwerking in de praktijk al van kracht, behalve met Duitsland, omdat dit land geen voorlopige voorziening kent. De Duitsers moeten wachten op ratificatie. Dat duurt één tot twee jaar.
In juni 2004 sloot Nederland een convenant met de Benelux en in januari 2005 met Duitsland. Dit voorjaar nog tekende Nederland een verdrag over betere politiesamenwerking met Duitsland, de Benelux, Oostenrijk, Frankrijk en Spanje. In de convenanten zijn juridische kwesties zoals de bevoegdheden vastgelegd. Leidend hierin is dat de agenten zich naar de bevoegdheden richten van het land waarin men op dat moment opereert.
Minister Remkes (Binnenlandse Zaken) is voorstander van betere samenwerking, aldus zijn woordvoerder gisteren. Het gaat hem om uitwisseling van informatie maar ook om de operationele inzet. Het lijkt hem echter dat de wederzijdse politie-inzet vooral de eigen grenslanden betreft.