Het openbaar ministerie wil de zaak aanhouden omdat het onderzoek, waaronder het toxicologische gedeelte, nog niet klaar is, aldus een woordvoerder.

Aanvankelijk had de rechtbank in juni vier dagen (van 17 tot en met 20 juni) voor de inhoudelijke behandeling van de zaak gereserveerd. De zaak komt waarschijnlijk op 20 juni pro forma op de zitting. Voor de inhoudelijke behandeling van de zaak zijn nu vier dagen in september gereserveerd, van 17 tot en met 20 september.

Justitie verdenkt de 40-jarige De B. van moord en poging tot moord op patiënten van het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruisziekenhuis (JKZ/RKZ) en het Leyenburgziekenhuis in Den Haag en het Penitentiair Ziekenhuis in Scheveningen. Het gaat om negen ouderen en zeven kleine kinderen, waaronder vier baby’s.

Volgens A. Visser, de advocaat van de verpleegkundige, wil het OM nog een deskundige horen. Om wat voor deskundige het gaat, is niet bekend. Mogelijk gaat het om iemand die licht kan werpen op de psyche van De B., aldus Visser.

Volgens de raadsman is zijn cliënt teleurgesteld. „Zij dacht dat het nu echt ging beginnen en nu moet ze weer langer wachten.” Visser is van plan tijdens de proformazitting om schorsing van de voorlopige hechtenis te vragen.

De verpleegster pleegde de moorden volgens het OM tussen begin 1997 en september 2001. Zij zou de patiënten hebben gedood door ze stoffen als kalium, chloralhydraat of morfine toe te dienen. In sommige gevallen is justitie er niet achtergekomen wat De B. gebruikte.

Het OM vermoedt dat De B. de moorden heeft gepleegd omdat ze is geobsedeerd door de dood. Een psychiater zou over haar hebben gezegd dat ze „neigt naar een klassieke psychopaat”, aldus de officier van justitie tijdens de vorige pro-formazitting, in maart. In 1992 liet zij, na een ruzie met familieleden, haar eigen overlijdensadvertentie in de krant zetten.