De schrijn met overblijfselen van de negentien heiligen bevindt zich nu nog in de privé-

kapel van de bisschop van Haarlem.

Tijdens de openingen van het nieuwe onderkomen van de priesteropleiding op 6 en 7 november worden de relieken daar bijgezet in het altaar. Daarmee krijgt de verering van de martelaren een beter toegankelijke plaats, zei kerkhistoricus B. Hartmann van het grootseminarie dinsdag.

De negentien rooms-katholieke geestelijken werden begin juli 1572 in Gorinchem (Gorkum) gevangengenomen. De watergeuzen onder leiding van Lumey vervoerden hen naar Den Briel, waar ze na langdurige foltering werden opgehangen omdat ze weigerden hun geloof in de eucharistie af te zweren. De priesters werden in 1675 zalig en in 1867 heilig verklaard.

Het grootste deel van hun beenderen wordt in kerken in Brielle en Brussel vereerd. Ook verscheidene andere parochies in Nederland bezitten relieken van de martelaren. Dat een deel van de relieken bij de bisschop van Haarlem is terechtgekomen, komt doordat Brielle tot de oprichting van het bisdom Rotterdam in 1956 bij het bisdom Haarlem hoorde.