„De auto-industrie begint in te zien dat we op waterstof moeten overstappen”, zei Van der Hoeven donderdag bij de opening van een testcentrum voor waterstof en brandstofcellen in Petten. „General Motors heeft aangekondigd in 2010 met een betaalbare waterstofauto te komen”, voegde de bewindsvrouw daar opgewekt aan toe.

Europa is afhankelijk geworden van de import van energiebronnen. Momenteel wordt de helft van de energie geïmporteerd, over 25 jaar zal dat 70 procent zijn. Waterstof en brandstofceltechnologie zouden een goede oplossing kunnen zijn voor de energievoorziening in de toekomst. Waterstof kan uit allerlei bronnen worden gemaakt, zodat de voorraden minder snel uitgeput raken. Ook is de verbranding van waterstof veel schoner dan die van conventionele energiebronnen zoals kolen en olie.

Binnen vijftien jaar zullen er in Europa 5 tot 10 miljoen voertuigen op waterstof rijden, voorspelde eurocommissaris Potocnik donderdag in Petten. Als consumenten worden aangemoedigd een dergelijke energievriendelijke auto aan te schaffen, rijden er twintig jaar later 100 miljoen rond, voorziet hij.

„Probleem is nog wel dat je voor een rit van 300 kilometer een tank van 110 liter nodig hebt”, relativeerde M. Steen van het Instituut voor Energie deze woorden. „Waterstof is een hype en ook een beetje een hoop. Het zal het energievraagstuk niet oplossen, maar kan er wel een bijdrage aan leveren.”

Het testcentrum in Petten moet de veiligheid, de milieuvriendelijkheid en de betrouwbaarheid van de nieuwe technologie gaan controleren en een standaard voor toekomstig gebruik ontwerpen. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, waar het testcentrum is gevestigd, zal de levensduur van brandstoftanks voor waterstofauto’s kunnen simuleren. Het is de vraag of die duizend keer snel bij hoge druk met echt gas (waterstof of methaan) kunnen worden gevuld om vervolgens langzaam te worden leeggemaakt.

De resultaten van de eerste tests worden eind dit jaar verwacht. De Europese Unie betaalt voor een deel de proeven met openbaar vervoer die momenteel in bijvoorbeeld Amsterdam, Stockholm en Lissabon met waterstofbussen worden gedaan. Voor dit project werkt de hoofdstad samen met busfabrikant DaimlerChrysler. Amsterdam heeft te kennen gegeven de proef de komende drie jaar voort te zetten.

Voordat waterstof de massamarkt op gaat, is er nog zeker tien jaar onderzoek nodig. In het mi lopende programma heeft de EU 275 miljoen euro voor onderzoek naar waterstof en brandstofceltechnologie uitgetrokken. Potocnik had dat bedrag in Petten niet paraat. „Maar het is wel duidelijk dat we meer moeten investeren”, zei hij.