Het gaat om de strafzaak tegen de 62–jarige H.S. uit Sint Pancras en de 38–jarige Z.F. uit Heerhugowaard. Zij worden verdacht van het illegaal uitvoeren van strategische goederen naar Pakistan, in de periode van begin 1999 tot eind 2002.

De verdediging van de twee verdachten vindt het overdreven om de medewerkers van de AIVD te vermommen. Ook stemvervorming zien de advocaten niet zitten maar daar kunnen ze eventueel mee leven. Het OM had liever gezien dat de AIVD’ers helemaal niet hoefden te getuigen, maar de rechtbank besloot in mei anders.

Het OM wil ook vooraf de vragen inzien die de advocaten willen stellen aan de AIVD–getuigen. Horzinek wil die met hen of met een leidinggevende van de AIVD bespreken om te kijken of de antwoorden staatsgeheimen prijsgeven. „Ik vind het belangrijk dat de mensen die gehoord worden, ook antwoorden kunnen geven. Niet dat ze op de zitting niet antwoorden omdat het mogelijk staatsgeheim betreft. Dat kunnen we beter vooraf controleren", aldus de officier.

Horzinek benadrukte verder dat de twee AIVD’ers niet staan te trappelen. „Ze vrezen hun loopbaan en het bekend worden van hun identiteit". De advocaat van S., mr. D. Wolters, heeft er grote moeite mee als hij vooraf zijn vragen beschikbaar moet stellen. „Er moet wel een verrassingselement zijn, antwoorden moeten niet zijn voorgekookt." Wolters vindt dat het OM ten onrechte erg geheimzinnig doet over de AIVD–medewerkers. „Nu we wat vragen willen stellen komt plots de staatsveiligheid in het geding."

De rechtbank beslist 20 juli over de verzoeken van het OM. De verhoren van de getuigen vinden niet voor 19 oktober plaats en de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen S. en F. staat begin november op de agenda.