UNDP: Rijkste landen rijker, ontwikkelingshulp gedaald
Het gemiddelde inkomen en de defensie-uitgaven zijn de afgelopen vijftien jaar in de zeven rijkste landen gestegen, maar de ontwikkelingshulp is afgenomen.
Dat heeft het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) gezegd met het oog op de top van de G-8, die woensdag in het Schotse Gleneagles begint.
Als ze hun koers niet wijzigen zullen de rijkste landen, te weten de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Canada, het door henzelf gestelde doel om in 2015 0,7 procent van hun bruto binnenlands product uit te geven aan ontwikkelingshulp bij lange na niet halen, aldus het UNDP op zijn website. De zeven landen vormen samen met Rusland, dat geen donorland is, de G-8.
„De simpele vraag waarvoor de top zich gesteld ziet luidt niet of ze het zich kunnen veroorloven om iets te doen, maar of de wereld zich de kosten van niets doen kan veroorloven”, aldus het UNDP.
De Britse premier Tony Blair, die de top voorzit, wil dat de hulp aan Afrika drastisch wordt uitgebreid. De UNDP heeft becijferd dat de hulp aan het armste deel van Afrika, de landen ten zuiden van de Sahara, tussen 1990 en 2004 slechts is gestegen van 13 naar 16 dollar per hoofd van de bevolking. Het inkomen per hoofd van de bevolking in de zeven rijkste landen steeg in die jaren met 7,835 dollar en de defensie-uitgaven met 168 dollar.
Voor de gestegen defensie-uitgaven zijn vooral de VS verantwoordelijk. Daar werd in 2004 379 dollar per hoofd van de bevolking meer aan defensie uitgegeven dan in 1990. Het bedrag dat de zeven rijkste landen per hoofd van de bevolking uitgaven aan ontwikkelingshulp daalde in dezelfde periode met 7 dollar naar 74 dollar. Alleen de VS en Groot-Brittannië hebben de ontwikkelingshulp opgeschroefd, respectievelijk tot 63 dollar per hoofd van de bevolking (vier dollar meer) en 114 dollar (52 dollar meer). Frankrijk gaf vorig jaar per hoofd van de bevolking het meest uit aan ontwikkelingshulp, namelijk 122 dollar, maar in 1990 was dat nog 146 dollar.
„Zonder afbreuk te doen aan het duidelijke belang van defensiebudgetten voor de nationale veiligheid, bestaan er gegronde redenen om vraagtekens te plaatsen bij deze prioriteiten”, stelt het UNDP.