Volgens Welten was voorafgaand aan de moord op Theo van Gogh al bekend dat de inlichtingendienst een bestand had van ongeveer 150 personen die betrokken zouden zijn bij extremistische activiteiten van moslims. De hoofdcommissaris had de AIVD om deze namen gevraagd, maar tot op de dag van vandaag heeft de politie nog niets ontvangen. De korpschef zei hierdoor geen idee te hebben of er in Amsterdam meer types rondlopen als Mohammed B…

De Amsterdamse politie verstrekte in de maanden voor de moord op Van Gogh al informatie over B. aan de AIVD. „Wij verzamelen puzzelstukjes, maar als het goed is heeft de AIVD het deksel van de doos waar de hele puzzel op staat. Voor ons zou het fijn zijn dat deksel ook te kennen. Want ik word erop aangekeken als hier iets mis gaat", meent Welten. Amsterdam houdt nu een eigen bestand bij over vermeende extremisten.

Volgens Welten kan het nu zijn dat zijn korps onbewust door een belangrijke geheime operatie van de AIVD fietst.

Burgemeester Cohen uitte vlak na de moord op Van Gogh al zijn ongenoegen over de informatieverstrekking van de AIVD. Hij wil dat zowel de nationale als de regionale inlichtingendienst (RID), waar het Amsterdamse politiekorps informatie voor verzamelt, hem van meer informatie voorzien. Cohen wist bijvoorbeeld niets over de Amsterdamse cel van moslimradicalen, terwijl de RID wel over gedetailleerde informatie beschikte.

Een woordvoerster van de AIVD zegt in een reactie op de klachten van Welten dat er door middel van een speciaal project wordt gewerkt aan de verbetering van het uitwisselen van informatie. „Wij moeten altijd een heel zorvuldige afweging maken. Wat we kunnen delen, delen we. Maar alleen met diegenen die die informatie ook echt moeten hebben. Wij werken met bronnen en die moeten beschermd worden. De AIVD bevindt zich in die zin in een soort spagaat”.

De woordvoerster spreekt tegen dat er een lijst met 150 potentiële islamistische extremisten bestaat. „Die lijst bestaat niet. Dat is een misverstand geworden dat een geheel eigen leven is gaan leiden. We hebben hier te maken met fluïde organisaties, met wisselende aantallen”.