Europese snelheidsbegrenzer op treinen
Locomotieven kunnen op den duur gewoon doorrijden op de belangrijkste spoorlijnen bij de grenzen. Ze hoeven niet meer te worden gewisseld voor een locomotief met een andere snelheidsbegrenzer.
Europa heeft nu nog twintig verschillende systemen om de snelheid van treinen te meten en te begrenzen. Die wirwar moet voor 2017 veranderen in een enkel systeem, zo heeft de Europese Commissie maandag gemeld.
Een woordvoerder van eurocommissaris Barrot (Transport) stelde dat het Europese treinverkeer hierdoor sneller zal gaan: „Het is ook goedkoper, veiliger en biedt meer kwaliteit".
Het systeem bestaat uit apparatuur aan boord en langs de rails. De kosten om een bestaande locomotief aan te passen lopen op tot 200.000 tot 300.000 euro. Lastig is vooral om plek te vinden voor een antenne en een beeldscherm in de cabine van de machinist.
In 2005 en 2006 komt het zogeheten ERTMS–systeem in gebruik in Nederland, Spanje, Italië en Duitsland. Na 2007 worden elders jaarlijks 20.000 kilometer spoorlijn aangepakt. Dit kost 500 miljoen euro per jaar. De Europese Commissie betaalt tot de helft van de investeringen.
Een experiment met dit systeem loopt al met de goederenspoorlijn Rotterdam– Milaan. In maart heeft de Europese Commissie over het nieuwe systeem al een akkoord bereikt met industrie en spoorbedrijven.
