Binnenland

Mist rond poema

De poema op de Veluwe houdt Nederland al enkele weken in zijn greep. Is het een poema, een panter, een verwilderde kat of is het gewoon een publiciteitsstunt? De roep om hard bewijs klinkt steeds luider. Wazige foto’s en schokkerige videobeelden zetten geen zoden aan de dijk. Stichting Pantera, die het roofdier op moet sporen, zou er goed aan doen snel aan alle onduidelijkheid een einde te maken. Anders zet ze haar geloofwaardigheid op het spel.

1 July 2005 23:43Gewijzigd op 14 November 2020 02:43
De poema is een uitstekend jager door zijn snelheid en kracht. Zijn lengte varieert van 95 tot 150 centimeter en zijn hoogte van 60 tot ruim 70 centimeter. De staart kan een lengte van 53 tot 85 centimeter bereiken. Het gewicht van het roofdier varieert v
De poema is een uitstekend jager door zijn snelheid en kracht. Zijn lengte varieert van 95 tot 150 centimeter en zijn hoogte van 60 tot ruim 70 centimeter. De staart kan een lengte van 53 tot 85 centimeter bereiken. Het gewicht van het roofdier varieert v

Onrust alom toen halverwege vorige maand bekend werd dat een poema op de Ginkelse Heide bij Ede zou rondstruinen. Niemand die duidelijk kon zeggen of het roofdier gevaarlijk was. Alleen de bossen in trekken was ook al niet verstandig, tot verdriet van menig toerist die een deel van zijn recreatieve uurtjes in de Veluwse bossen in rook zag opgaan. Politie, jachtopzieners en marechaussee begonnen een grootscheepse klopjacht.

Het dier moest worden afgeschoten, zo riep men alom. Maar onder meer de Dierenbescherming kwam daartegen in het geweer. De toestand leidde zelfs tot kamervragen door GroenLinks en SP en de poema haalde ook diverse buitenlandse media. Burgemeester Robbertsen van Ede besloot de Stichting Pantera uit het Friese Nijeberkoop in te huren om de loslopende poema levend te vangen. De grootschalige zoektocht van politie, marechaussee en jachtopzieners kwam op een lager pitje te staan.

Poemasoap
De poemasoap kon doorgaan. Pantera kreeg naar eigen zeggen dagelijks telefoontjes van mensen die het beest hadden gezien. Ook waren er meldingen van een aangevreten reekalf en pootafdrukken. Enige tijd later kwamen de signalementen plotseling uit de omgeving van Apeldoorn. De poema -intussen Winnie de Poohma genoemd, met een knipoog naar Walt Disney-figuur Winnie de Pooh- had zich kennelijk verplaatst, zo luidde de verklaring van Pantera. Directeur Arno van der Valk en zijn compagnon Jeroen Balk kregen van de gemeente Apeldoorn groen licht om tot 1 augustus op het roofdier te jagen. Vergoeding: 300 euro per dag.

Maar de vangst van Winnie bleef tot op heden uit. Op 23 juni publiceerde Pantera eindelijk de langverwachte foto’s van het dier. Ze waren genomen op een akker bij Loenen. Echter, de kwaliteit van de beelden stelde zwaar teleur. Wazig en volgens sommige beelddeskundigen gemanipuleerd. Op de foto was weliswaar een donkere schim te zien, maar het was absoluut niet duidelijk of het om een poema ging. Ook de videobeelden die volgden, bleken van inferieure kwaliteit. Pantera-voorman Van der Valk haastte zich na alle kritiek te zeggen dat de beelden wel degelijk authentiek waren. De politie bevestigde dat.

Geloofwaardig
Intussen is het dier nog steeds niet gevangen en dat voedt de twijfel over de geloofwaardigheid van het verhaal over de poema. Donderdag verhuisden de mannen van Pantera met hun camper naar zweefvliegveld Terlet, buiten het grondgebied van de gemeente Apeldoorn. Iemand van Natuurmonumenten zou het roofdier daar hebben gezien.

Van der Valk en Balk wringen zich in duizend bochten om de aanwezigheid van hun Winnie te bewijzen, maar zijn daar tot dusver niet in geslaagd, vinden diverse deskundigen. Zij laten een sceptisch geluid horen.

Marc Damen, hoofd zoogdierenafdeling van Burgers’ Zoo in Arnhem, wil eindelijk eens een helder en duidelijk bewijs zien. „De burger krijgt steeds vage beelden voorgelegd. Niemand kan duidelijk zien of het echt een poema is. We leven in 2005, dan moet beter beeldmateriaal toch mogelijk zijn? De achtergrond zou expres vaag gelaten zijn, zodat mensen er niet direct gaan kijken. Dat is een goed argument, maar tegenwoordig is het met een beetje digitale camera heel goed mogelijk de achtergrond te vervagen, terwijl het onderwerp van de foto wel degelijk scherp blijft.”

De vondst van een dood hert dat ten prooi gevallen zou zijn aan de poema, doet Damen af als onzin. „Alleen de kop van het hert was eraf. Dat is niet het werk van een roofdier, maar mogelijk van stropers. Een roofdier begint altijd bij het zachtste vlees van zijn prooi. Dat zijn meestal de ingewanden of de achterste delen van de prooi. De kop komt juist als laatste aan de beurt. Bovendien zouden er al veel meer prooien gevonden moeten zijn.”

Het stoort Damen dat „iedereen van alles roept” over een poema, maar dat niemand exact weet welk soort beest er rondloopt. „Dat moet eerst maar eens duidelijk worden. We lopen in dit land veel te hard van stapel. Nu al schakelden gemeenten experts van Pantera in. Maar boswachters, jachtopzieners en mensen van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer moeten eerst hun werk doen. Zij zijn tegenwoordig niet kinderachtig uitgerust, dus laat die mensen nu eens een goede foto maken. Zij kennen het terrein veel beter dan Pantera. Pas als duidelijk is om welk beest het gaat, moeten er experts op worden afgestuurd.”

Blijft natuurlijk de vraag hoe het kan dat diverse mensen de poema zeggen gezien te hebben. Maar dat verschijnsel is volgens Damen zeer menselijk. „Deze week reed ik van Den Bosch naar Arnhem. Bij Wageningen kwam ik het bord ”Welkom op de Veluwe” tegen. Zo gauw ik dat bord zag, begon er vanbinnen iets te kriebelen. Ik moest direct aan de poema denken. Misschien zit het beest wel in de buurt. Dat onwillekeurige gevoel bekruipt ongetwijfeld ieder mens. Ieder blaadje dat trilt, is opeens een poema.”

Mensen denken volgens Damen al snel dat ze Winnie de Poohma zien, terwijl het ook best een fors uitgevallen weggelopen huiskat kan zijn. „De verhalen van mensen zijn niet betrouwbaar en realistisch. Goede beelden zijn dat veel meer, maar die zijn er helaas niet.”

Hype
De geloofwaardigheid van het relaas over een loslopende poema is volgens Freek Niewold miniem. Hij is medewerker van Alterra, een centrum voor ecosystemen in Wageningen. „In Engeland is zo’n hype rond een loslopend roofdier een jaarlijks terugkerend fenomeen. We hebben het hier in Nederland natuurlijk ook al eerder meegemaakt in Limburg. De soap rond de poema wordt in leven gehouden door wat vage beelden, waar van alles van te maken valt. Sporen krijgen we niet te zien en ook geen keihard bewijs.” Niewold ziet de poemakwestie vooral als een zomerhype, die kennelijk goed aanslaat. „De pers houdt die hype gaande, omdat er weinig ander nieuws is.”

Volgens de Alterra-medewerker zou een poema bovendien ergens uit gevangenschap ontsnapt moeten zijn. „Daarom is het erg twijfelachtig dat het beest nog niet gevangen is. Hij kan zich niet ineens als wild dier gaan gedragen. Hij zou allang gesignaleerd moeten zijn bij een kippenhok en er zouden veel meer prooien gevonden moeten zijn. Bovendien steekt een tamme poema gerust de snelweg over. Ook daarvan zijn geen meldingen.”

Kootwijk
Hoe sceptisch critici ook mogen zijn, voor SGP-raadslid H. van den Brink uit Kootwijkerbroek staat het als een paal boven water dat hij de poema heeft gezien. „Vorige week donderdagavond kwam ik uit Barneveld. Ik ben nog even langs Kootwijk gegaan, want daar heb ik vee lopen. Ik moest er de waterleiding repareren. Toen ik naar een hokje liep om een kraan dicht te draaien, zag ik hem”, zegt Van den Brink beslist.

„Hij liep vanuit een maïsveld via het weiland naar de bosrand. Het beest was zo’n 60 tot 70 centimeter lang en had een lange, dikke staart. Hij was ongeveer 20 centimeter hoog. De koeien werden onrustig. Normaliter storen zij zich op geen enkele manier aan een kat of een hond. Toen ik thuis de foto van de poema zag, wist ik het zeker: Ik had het beest echt waargenomen.”

Dat het gezien de afmetingen een verwilderde kat kan zijn geweest, wil er bij Van den Brink niet in. „Dat kan nooit. Misschien was het beest dat ik zag ook wel een meter lang, en zo’n dikke staart heeft een kat nooit. Zelf dacht ik eerst dat het poemagebeuren een stunt was om het toerisme op gang te brengen. Maar zo’n beest als ik vorige week zag, heb ik nog nooit van m’n leven gezien.”

Verwilderde kat
Hoewel Van den Brink weigert te geloven dat het dier in zijn weiland mogelijk een verwilderde kat was, denkt Edwin van Egmond daar toch anders over. Als medewerker van Staatsbosbeheer coördineert hij de vangst van verwilderde katten op Texel. De dieren bedreigen de vogelstand op het Waddeneiland. Er kunnen volgens hem „grote jongens” tussen zitten. Ook de poema op de Veluwe zou volgens Van Egmond heel goed een verwilderde kat kunnen zijn.

„Dit najaar vingen we een exemplaar van bijna 10 kilo met zo’n 80 centimeter lengte”, aldus de medewerker van Staatsbosbeheer. Vaak gaat het om nazaten van huiskatten die door vakantiegangers op het eiland zijn achtergelaten. Dit soort beesten wordt niet groot bij een bakje Whiskas, maar jaagt op konijnen, vogels en hazen. Ze hebben brede koppen, brede kaken en ook hun snijtanden zijn vaak veel groter. Ze zijn vergelijkbaar met de Europese verwilderde kat, die op zijn beurt weer erg lijkt op de lynx. Bovendien leven er nog Europese exemplaren in de Pyreneeën en de Ardennen die af en toe het spoor bijster kunnen raken.”

Dick den Hertog, voormalig hoofd van de groenvoorziening op Schiphol, denkt ook eerder aan een verwilderde kat dan aan een poema. Deze week haalde hij deze krant met een foto van zijn opgezette verwilderde kat. Diverse keren maakte hij het op Schiphol mee dat zogenaamde dierenliefhebbers er hun huisdier dumpten als ze op vakantie gingen. „Ik vond een keer een exemplaar uit de derde of vierde generatie dat was doodgereden door een taxiënd vliegtuig. Ik bracht het dier naar de preparateur om het op te laten zetten. Die vroeg me of het soms een jonge panter was.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer