Dat zegt UNAIDS in een rapport dat vrijdag werd uitgebracht bij de opening van het zevende congres over aids in Azië en het Zuidzeegebied in de Japanse stad Kobe. De VN-organisatie wijst er ook op dat er te weinig geld beschikbaar is voor de bestrijding van aids in deze regio.

Omdat er in Azië zo veel mensen wonen, lijken de percentages seropositieven wel mee te vallen, maar sommige Aziatische landen tellen absoluut gezien meer seropositieven dan sommige landen in Afrika. Het aantal volwassen seropositieven in India is bijna net zo hoog als in Zuid-Afrika, het land met de meeste seropositieven ter wereld. Maar dat komt in India neer op 1 procent en in Zuid-Afrika op meer dan 20 procent van de bevolking.

„We hebben het helemaal mis gehad ten aanzien van HIV/aids, en we hebben het vooral mis gehad ten aanzien van HIV/aids in Azië, zei Richard Feachem van het Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria op de opening van het congres. „We zeiden dat het een homo-epidemie was en we hadden het fout. We zeiden dat het een Afrikaanse epidemie was en we hadden het fout. We zeiden dat het niet in Azië kon gebeuren en we hadden het fout.”

UNAIDS-directeur Peter Piot zei dat Thailand en Cambodja, waar aids aanvankelijk het snelst opkwam, erin zijn geslaagd het aantal nieuwe besmettingen te beperken. Maar in Indonesië, Nepal, Vietnam en delen van China is het virus gevaarlijk in opmars. Om de epidemie de baas te kunnen, moet aids in een nieuw licht worden gezien, zei Piot.

Volgens het UNAIDS-rapport moet er bij de aidsbestrijding dringend meer aandacht komen voor mensen die in de prostitutie werken, homo- en biseksuele mannen, migranten en vrachtwagenchauffeurs. Onderzoek in 2002 wees uit dat op een bepaalde route in India 16 procent van de vrachtwagenchauffeurs seropositief was.

Vorig jaar waren er naar schatting 8,2 miljoen dragers van het aidsvirus in Azië en het Zuidzeegebied, van wie 1,2 miljoen in het afgelopen jaar besmet raakten.