Tot nu toe berust de regie over de opsporing van beursfraude- en voorkenniszaken bij het Amsterdamse openbaar ministerie, maar door een reeks fouten, die in onder meer de zogeheten beursfraudezaak zijn gemaakt, wordt het roer omgegooid. Dat zegt de vice-voorzitter van het college van procureurs-generaal, D. Steenhuis, in een gesprek dinsdag met Het Financieele Dagblad.

Het zogeheten Functioneel OM (FOM) in Den Haag wordt aanspreekpunt voor beurstoezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de opsporingsdiensten die zich bezighouden met een breed scala van financieel-economische criminaliteit en fraude op het gebied van milieu, landbouw en sociale zekerheid. Ongeveer negentig gespecialiseerde medewerkers, onder wie twintig officieren van justitie, gaan bij het FOM complexe zaken afhandelen waarbij „extra deskundigheid” nodig is. Volgens Steenhuis brengen de Haagse officieren vanaf september onder meer voorkenniszaken voor de rechter. Het FOM moet volgens hem jaarlijks duizend zaken kunnen oppakken.

Het Amsterdamse OM, dat de laatste tijd verschillende beursfraude-experts verloor, is sinds tien jaar als enige verantwoordelijk voor dit soort zaken. Ondanks het feit dat financieel rechercheren hier een prioriteit is, boekte het OM weinig aansprekende successen. De rechtbank heeft in de beursfraudezaak het OM verschillende keren hard op de vingers getikt. Onlangs uitte de beurstoezichthouder AFM, de voormalige STE, nog zijn ongenoegen over de traagheid waarmee het OM financiële fraudezaken afhandelt.

Bij het Amsterdamse parket ligt op het moment een recordaantal van dertig voorkenniszaken. Het FOM zal deze lopende zaken niet overnemen van Amsterdam. Alleen bij nieuwe zaken wordt het nieuwe parket ingeschakeld.