Doppers in beklaagdenbank bij vrijgemaakten
De synode van Zuidhorn van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt is zaterdag vooralsnog geen zusterrelatie met de Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika (de Doppers) aangegaan. Dit ondanks het feit dat de vrijgemaakte synode van Arnhem deze kerk al in 1981 als ware kerk erkende. De Vrije Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika (VGKSA), al jaren een zusterkerk van de vrijgemaakten in ons land, uitte zaterdag ernstige bedenkingen tegen de voorgestelde relatie, vanwege vermeende ontwikkelingen binnen die kerk. De felle kritiek kwam voor velen totaal onverwacht.
De besluitvorming komt pas over enkele weken. Nadat zaterdag eerst besloten werd de zusterkerkrelatie met de VGKSA blijvend te onderhouden, kwam de relatie met de Doppers aan de orde. De vrijgemaakte deputaten buitenland stelden de synode voor te besluiten tot een zusterkerkrelatie. Maar zover kwam het niet.
De Doppers staan in de traditie van de Afscheiding sinds zij na 1857 zelfstandig werden en in 1862 hun eerste synode hadden. Ze hebben altijd sterke nadruk gelegd op het feit dat ze als basis Schrift en belijdenis hebben. Het universitaire leven ontwikkelde zich in Potchefstroom, waar ook de theologische school, als faculteit van de universiteit, is gevestigd. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben al jaren een zusterrelatie met de Doppers.
De VGKSA is ontstaan in de jaren vijftig uit vooral vrijgemaakte immigranten. Die keken rond en voelden zich wel sterk verwant met de Doppers, maar die onderhielden toen nog banden met de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Dus stichtten ze een eigen vrijgemaakte kerk.
Tot op vandaag zijn overigens enkele predikanten van de VGKSA in Potchefstroom bezig met verdere studie en promotieonderzoeken. Anderzijds legden de Zuid-Afrikaanse vrijgemaakten steevast de vinger bij elementen bij de Doppers die volgens hen niet door de gereformeerd vrijgemaakte beugel konden.
De vrijgemaakte deputaten wisten van de bedenkingen die de VGKSA hebben tegen de Doppers en belegden daarom in Zuid-Afrika een zogeheten tripartite overleg met beide kerken. Daarin kwamen allerlei kwesties aan de orde: van vermeende schriftkritiek tot en met de beschuldiging dat de Doppers het nieuwe Zuid-Afrikaanse liedboek zouden verwelkomen.
De Doppers zeggen dat zij ervaren hebben dat na het geven van tekst en uitleg de lucht geklaard was. De Nederlandse vrijgemaakte deputaten leefden ook in die veronderstelling. Letterlijk hielden deputaten de synode in hun besluitvoorstel voor dat het tri-partite overleg in 2000 „heeft bevestigd dat de GKSA (Doppers) het gezag van de Heilige Schrift handhaven.”
Daaraan werd namelijk getwijfeld vanwege enkele uitspraken van Dopper-hoogleraren. De VGKSA liet echter niets meer van zich horen en zelfs de notulen van dat overleg werden nooit afgewerkt. „Een oorverdovende stilte”, zei deputaat ds. Tj. de Boer zaterdag tijdens de vrijgemaakte synode. De VGKSA stelde zaterdag dat het tripartite overleg hen helemaal niet had bevredigd en legde alle grieven op tafel. De VGKSA haalde bij monde van ds. P. Nel uit Bethal uitvoerig uit naar de Doppers. Een enkele week geleden vergaderde hun synode.
De vrijgemaakte deputaten zeiden na de lange speech vol aanklachten verbaasd te zijn en vonden dat de nu aangezwengelde discussie niet in Zuidhorn maar in Zuid-Afrika had moeten worden gevoerd. Enkele synodeleden spraken van „diepe schaamte”, omdat een kerk die als het ware erkend is, opeens in het beklaagdenbankje zit.
Ds. Nel zei dat zijn kerk, de VGKSA, „waarlik gereformeerd wil wees.” Hij sprak echter een soort veto uit over de voorgestelde relatie. De predikant sprak vooral in termen als „oprechte bezorgdheid” en kritiseerde met name de interpretatie van het tripartite overleg door de Nederlandse deputaten. Hun conclusie was volgens ds. Nel „nie in ooreenstemming met die werklikheid nie.” Het gaat om vermeende schriftkritiek en in hoeverre die toegelaten wordt bij de Doppers.
Ds. Nel vindt dat er eerst nog maar eens en paar wissels bij de Doppers gepasseerd moeten zijn alvorens tot een relatie kan worden overgegaan. Begin 2003 vergadert de GKSA en dat is zo’n wissel, aldus de predikant. De kwestie van het -„ver van gereformeerde”- Liedboek is ook zo’n wissel. Dat zou al functioneren onder de Doppers, net als bij de NG-Kerk en de Zuid-Afrikaanse hervormden. Er zou zelfs een zusterrelatie zijn tussen die drie kerken.
In eerste instantie reageerde namens de Doppers deputaat binnenland dr. C. J. Smit: „U hebt ons al tientallen jaren leren kennen en in 1981 erkende u ons als ware kerk. Maar steeds blokkeerde de uiteindelijke zusterkerkrelatie.” Hij zei heel concreet in te kunnen gaan op wat ds. Nel zei. „Maar ik ga hier niet met hen over straat. Wij hadden een goed gesprek in Zuid-Afrika met hen en uw deputaten. Voor ons is veel van wat we nu als beschuldiging horen geheel nieuw.”
Over een opmerking van een hoogleraar die schriftkritisch verstaan zou kunnen worden, zei dr. Smit dat deze zich heeft moeten verantwoorden. Hij omschreef de Doppers als niet-schriftkritisch. Zij houden volgens hem vast aan de historiciteit, authenticiteit en autoriteit van het Woord. „Onze handen zijn uitgestrekt naar u”, besloot hij.
Uit de synode klonk de vraag of de Doppers niet aan het lijntje worden gehouden. Ds. J. H. Smit vroeg ds. Nel wat precies met schriftkritiek bedoeld is: „U doet veel stof opwaaien, dat even later ook weer neerdaalt.” „Uw argumenten zijn inhoudelijk niet overtuigend”, luidde andere kritiek. Ds. K. de Vries: „Hier hou ik een naar gevoel aan over. Hier moet een kerk zich opeens verdedigen.”
De Dopper prof. dr. A. le Roux du Plooy zei het ironisch te vinden dat een kerk die sinds 1859 afgescheiden is, nu in Zuidhorn moet aantonen gereformeerd te zijn. „Als de VGKSA vindt dat u ons in 1981 ten onrechte als ware kerk aanvaardde en zij het daarmee oneens zijn, kunnen ze een gravamen indienen. Zo gaat dat bij ons Doppers, die de DKO hanteren. Ik ben tien jaar rector van de theologische opleiding, maar dat wij als kerk schriftkritisch zijn of dat tolereren is van elke waarheid ontbloot.”
De suggestie dat men eenwording nastreeft met de NG-Kerk en de hervormden noemde hij ongegrond. „Als u ons niet vertrouwt in ons gereformeerd zijn, wacht dan drie jaar, zei hij. Daarbij verwees de rector naar een met Hervormingsdag publiek in Zuid-Afrika verspreid theologisch getuigenis dat door alle hoogleraren in Potchefstroom was getekend.
De „aantijging dat het Liedboek geaccepteerd is”, weersprak hij met klem: „Het gaat ons om eventuele aanvaardbaarheid van de omdichting van de 150 Psalmen die wij zingen en om 50 schriftberijmingen. Meer zingen wij niet.”
De preses vroeg of moderamenlid dr. E. A. de Boer in het sluitingsgebed deze onverwachte en moeilijke kwestie aan de Heere wilde voorleggen. Veel synodeleden drukten na sluiting van de synode beide Doppers de hand.