„Eenheid begint bij Christus”
„In het woord van de Bijbel is God nabij, staat Christus voor ons, biedt Hij het heil ons aan en komt het eeuwige leven tot ons.” Dit zei ds. M. Pronk zaterdag in Barneveld tijdens de eerste studiedag vanuit het comité Jongerenavonden Barneveld. „Jezus heeft Gods Woord gesproken, maar is tegelijk ook Zelf het Woord. God spreekt en dat spreken is Jezus Christus: in Jezus spreekt God zichzelf helemaal uit.”
De studiedag had als thema ”Het hogepriesterlijk gebed”. Een kleine tachtig jongeren waren aanwezig om allereerst naar ds. M. Pronk uit Kralingseveer te luisteren. De predikant benadrukte dat in de prediking Gods beloften worden verkondigd. „In Zijn beloften zegt God Zijn heil ons toe. Leven uit de beloften is daarom niets anders dan leven uit Christus. Jezus komt tot ons in het kleed van Zijn beloften.”
Ds. Pronk ging in op vragen die kunnen leven op dit gebied. „Sommigen vragen zich af of ze genoeg hebben aan het Woord of dat er nog wat bij moet komen. Anderen menen dat ze zelf nog nooit een belofte van de Heere hebben gehad. Maar”, zo zei hij, „het is genoeg dat het Woord onder ons is. En in dat Woord spreekt God tot eenieder van ons. Niemand kan ooit nog zeggen: God bedoelt mij niet. Dat Woord vraagt wel om geloof, maar werkt dat geloof ook.” Geloof is volgens de predikant echter geen vrucht van eigen akker. „Kan ik geloven? Niet als vrucht van mezelf, maar wel omdat God het doet. Ik kan en mag geloven, omdat de Geest het geloof werkt. Het geloof is immers uit het gehoor.”
Ds. H. van de Belt sprak ’s middags over ”Eén in Christus door de liefde”. Christelijke eenheid vloeit volgens de hervormde predikant uit Delft voort uit het hart van de biddende Hogepriester. „Eenheid begint niet bij onszelf, maar bij Christus.” Hij ziet één gemeenschappelijk kenmerk bij al Gods kinderen. „Dat is de liefde voor Jezus: niet ik, maar Hij staat centraal. Christelijke eenheid is immers niet een soort wijgevoel, een bepaalde sfeer waarin mensen zich thuis voelen. De christelijke eenheid omvat al de heiligen, ongeacht een bepaalde denominatie. Dan is er geestelijk herkenning tussen David in zijn boetepsalmen en ons als we ons voor Gods aangezicht verootmoedigen.” In dit verband relativeerde ds. Van de Belt de kerkmuren. „Kerkgenootschappen zijn handig voor alle organisatorische kanten, als deze kanten ons maar niet te veel tijd en energie kosten. Kerkmuren mogen afbrokkelen. Er is immers maar één Kerk: de heilige algemene christelijke Kerk, die is gekocht en betaald met het bloed van Jezus.” Hij wees op het belang van gezamenlijk evangeliseren. „Als we ongeacht het kerkgenootschap samen de wereld ingaan en het Evangelie verkondigen, dan werkt dit meer samenbindend dan wat ook. In het getuige zijn van Christus vallen kleine verschillen weg en blijft slechts die ene Naam over: de naam van Jezus, de Zaligmaker.”