„Dramatischer dan dit maakte ik niet mee”
Voorzitter J. van den Elzen van het gerechtshof in Den Bosch was woensdag onder de indruk van de rechtszitting over de dubbele moordzaak in Sittard, juli 2003. „Ik heb al heel wat zaken gedaan, maar dramatischer dan dit heb ik nog niet meegemaakt”, zei hij.
Voor hem stond de 32-jarige Olaf H., die ervan wordt verdacht op 12 juli 2003 het echtpaar Jo en Ine Zwakhalen in hun woning in Sittard te hebben doodgeschoten, nadat hij daar een BMW van 11.000 euro had gekocht. Tevens werd de kleindochter van het echtpaar door het hoofd geschoten en zwaargewond achtergelaten.
De rechtbank in Maastricht legde H. eerder een levenslange gevangenisstraf op. De vrachtwagenchauffeur heeft altijd ontkend. Hij zegt dat er ten tijde van de schietpartij nog een man in de woning was. Die was binnengekomen toe hij op het toilet zat en zodoende heeft deze man H. niet gezien. Het wapen waarmee is geschoten, is nooit gevonden. Net als de 11.000 euro die H. zou hebben betaald voor de auto. Wel lag er nog ander geld in het kantoortje van autohandelaar Jo Zwakhalen.
De verdachte verliet na de schietpartij in paniek de woning en reed met twee bekenden in de auto richting Roemenië, waar hij een visum voor zijn ex-vriendin moest halen. Tegenover hen en tegenover zijn werkgever die hem tijdens de autorit belde, repte hij met geen woord over de schietpartij.
Volgens hoogleraar forensische psychologie R. Bullens past dat bij de persoonlijkheid van de verdachte. In situaties van stress kruipt hij achter het stuur van zijn vrachtwagen en sluit hij zich af. H. meldde zich op 15 juli 2003 op het politiebureau in Sittard, nadat hij had gehoord dat hij werd gezocht.
Het hof besteedde woensdag aandacht aan DNA-onderzoek dat onlangs is uitgevoerd door forensisch onderzoeker R. Eikelenboom. Die heeft op de aangetroffen sigarettenpeuken in en rond de woning van Zwakhalen, de kogelhulzen en op de kleding van de slachtoffers geen DNA-profiel van H. gevonden. De deskundige zei geen uitsluitsel te kunnen geven over de vraag of er wel of geen ander persoon op de plaats van het delict is geweest.
Eikelenboom vond tijdens zijn onderzoek een klein bloedspoor op de poort achter de woning van de slachtoffers. Volgens hem is het mogelijk dat het onderzoeksteam van de politie dat eerder over het hoofd heeft gezien. De forensisch onderzoeker heeft echter niet kunnen vaststellen wanneer dat bloed daar terecht is gekomen en van wie het afkomstig is.
Ook kwam de verklaring van de kleindochter aan bod, die zich tot december vorig jaar niets meer van de schietpartij kon herinneren. Nadat ze er spontaan tegenover familie over was begonnen, is ze gehoord door de politie. In dat verhoor vertelde ze dat de „de boef” blond haar had (Olaf H. heeft blonde stekels), en dat deze nadat het koopcontract met haar opa was getekend, opstond, iets uit zijn rechterbroekzak pakte en met een klein pistool schoot.
Het meisje verklaarde dat ze een stukje van het pistool uit die zak had zien steken. Een deskundige die haar verklaring heeft beoordeeld, plaatste vraagtekens bij de tekening die het meisje van het pistool heeft gemaakt. Van den Elzen benadrukte tijdens de zitting echter dat het meisje al had aangegeven dat ze niet goed wist hoe ze een pistool moest tekenen.
Uit verklaringen van de familie en de advocaat-generaal bleek woensdag dat het sinds kort een stuk slechter gaat met het 11-jarige meisje. Onlangs had ze een epileptische aanval. Haar toestand is onzeker en ernstig te noemen.
De zitting wordt donderdag voortgezet.