Veerman vindt dat Nederland zich kan houden aan de in 2002 gemaakte afspraken over het Europese landbouwbudget en tegelijkertijd zijn nettobetalingspositie in de EU kan verbeteren.

In de onderhandelingen over de toekomstige EU-begroting gebruiken verschillende lidstaten de miljarden van de landbouwpot als wisselgeld. Zo wil Londen zijn korting op de Britse contributie aan de EU alleen ter discussie stellen wanneer ook de landbouwuitgaven op de schop gaan. De Britse premier Blair, die vanaf 1 juli voorzitter is van de EU, wil in het komende halfjaar de discussie over de Europese landbouwsubsidies openen.

Premier Balkenende wil daar best over praten, gaf hij vorige week in de Tweede Kamer aan. Wel hield de premier daarbij ondanks aandringen van kamerleden achter de kiezen of hij wil sleutelen aan de afspraken uit 2002 over het landbouwbudget. Een kamermeerderheid wil een bezuiniging op de Europese landbouwuitgaven best uitruilen tegen een lagere EU-bijdrage voor Nederland.

Veerman is fel gekant tegen wijzigingen in de landbouwuitgaven. Enkele weken geleden verbond de bewindsman zelfs zijn politieke lot aan deze kwestie. Hij kondigde in de Kamer aan het „niet mee te maken als minister” dat aan de afspraken over het landbouwbudget tussen 2007 en 2013 wordt getornd.

De bewindsman werkt al enkele maanden aan een toekomstvisie op de land- en tuinbouw in Nederland. Aanvankelijk zou Veerman in dit stuk, dat kort na de zomer verschijnt, ook een bespiegeling geven op het Europese landbouwbeleid. Gezien de plannen voor het aanstaande Britse EU-voorzitterschap gaat hij nu vooruitlopend op die visie met de beknopte notitie in de tegenaanval.

Het CDA ziet geen conflict tussen Balkenende en Veerman over een hervorming van de Europese landbouwuitgaven. Hervormingen kunnen binnen de bestaande Europese afspraken plaatsvinden, stelde CDA-fractievoorzitter Verhagen dinsdag in een kamerdebat.

De partij had eerder op de dag ingestemd met een motie die juist voor een verlaging van het landbouwbudget pleitte. CDA-minister Veerman is daar fel tegen. Balkenende daarentegen ziet de kameruitspraak als „een ondersteuning” van zijn beleid. De EU-uitgaven kunnen volgens hem worden beperkt zonder de afgesproken begrotingsgrens te overschrijden. Door minder geld uit te geven dan van tevoren afgesproken, blijft er geld over voor nieuw beleid.