Protesten in Congo tegen uitstel verkiezingen
Boven de sloppenwijken van de Congolese hoofdstad Kinshasa vlogen maandag gevechtshelikopters. In de straten patrouilleerden honderden militairen. Er wordt aangenomen dat de extra veiligheidsmaatregelen gelden tot en met donderdag, de dag waarvoor aanvankelijk verkiezingen waren aangekondigd.
Het overgangsregime van de Congolese president Joseph Kabila zou aanvankelijk 30 juni opstappen, maar het parlement besloot evenwel kortgeleden de verkiezingen uit te stellen tot ten minste maart volgend jaar. De oppositie heeft donderdag uitgeroepen tot nationale protestdag.
Protesten hebben in Kinshasa en elders in Congo in het verleden niet zelden tot geweld geleid en velen zijn dan ook beducht voor wat er de komende dagen gaat gebeuren. Dat die angst niet ongegrond is, bleek inmiddels in de stad Mbuji-Mayi in Midden-Congo, waar zaterdag bij gevechten tussen de politie en oppositiebetogers vier doden vielen en zeven mensen gewond raakten.
Volgens het in 2000 samengestelde parlement is uitstel van de verkiezingen gerechtvaardigd omdat in het nog altijd chaotische oosten van het land in ieder geval niet gestemd zou kunnen worden. Maar de parlementariërs zijn ook zelf schuldig, omdat zij de voorstellen voor noodzakelijke hervormingen van de kieswet niet op tijd hebben ingediend.
Ondanks het uitstel is op 20 juni wel een begin gemaakt met de registratie voor de verkiezingen, een maatregel die kennelijk bedoeld is om duidelijk te maken dat het gaat om uitstel, niet om afstel. De registratie verloopt voorspoedig. Volgens de onafhankelijke kiescommissie waren er maandag al zeker 100.000 kiezers geregistreerd.
Vertrouwenwekkende maatregelen zijn niet overbodig, omdat Congo niet bepaald een voorbeeld is van een democratische rechtstaat. Het in 1960 onafhankelijk geworden land deed onder de in 1997 afgezette en overleden president Mobutu Sésé Seko weinig ervaring op met democratie. Ook onder Mobutu’s opvolger, de in januari 2001 vermoorde Laurent-Désiré Kabila, kwam er niet veel terecht van democratische processen.
Hoewel het dus lang, ruim veertig jaar, geleden is dat kiezers zich in Kinshasa konden laten registreren, zeggen enkele ondervraagden niet bang te zijn dat de prille democratie een voortijdige dood zal sterven. „Er is niets om bang voor te zijn”, meent Jean Bile, een inwoner van de sloppenwijk Victoire. „De registratie is begonnen en de verkiezingen vinden gewoon plaats.”
Andere inwoners van de hoofdstad zijn echter bang dat slechtbetaalde militairen net als in het verleden bij demonstraties aan het plunderen zullen slaan. Kinshasa werd in de jaren ’90 herhaaldelijk gebrandschat door muitende groepen soldaten, een verschijnsel dat aanzienlijk bijdroeg aan het algehele verval van de infrastructuur en het politieke klimaat.
De Amerikaanse ambassade waarschuwt Amerikanen zich de komende weken niet in het donker buitenshuis te begeven en openbare bijeenkomsten te vermijden. De VN hebben onlangs evacuatieplannen getest en de Britse ambassade heeft evacuatie-instructies verspreid. Veel buitenlanders hebben extra voedsel en water ingeslagen.
Voor de meeste autochtonen is hamsteren niet weggelegd. „Ik zou graag extra voedsel en water kopen”, zegt Simon Kisolokele. „Het probleem is dat ik daarvoor geen geld heb.”