Clinton is speciaal VN–gezant voor de tsunami–gebieden. Volgens hem is er momenteel in landen als Indonesië en Sri Lanka sprake van een overgangsfase tussen de afgeronde acute hulpverlening en het maken van plannen voor de toekomst. „De uitvoering van die plannen is nog nauwelijks begonnen".

Clinton roept de internationale gemeenschap op de complexe taak voor de komende jaren niet uit de weg te gaan. Zondag is het zes maanden geleden dat de natuurramp dood en verderf zaaide in delen van Azië en in Oost–Afrika.

Verscheidene VN–instellingen hebben de afgelopen maanden al een ongekende prestatie geleverd, vindt Clinton. Zo kregen twee miljoen mensen voedselhulp in Indonesië, Sri Lanka en de Maldiven. Ongeveer een miljoen mensen krijgt nu nog dagelijks drinkwater uitgereikt. Meer dan 240.000 mensen kregen muskietennetten en meer dan 1,2 miljoen kinderen tussen de zes maanden en vijftien jaar werden gevaccineerd tegen mazelen.

Zowel in Atjeh (Indonesië) als Sri Lanka zijn er programma’s gaande waarin de lokale bevolking tegen betaling van de VN helpt met de opruimwerkzaamheden. In totaal deden al 30.000 mensen hieraan mee. Meer dan 560.000 kinderen ontvingen speciale schooluitustingen en zeker 211.000 kinderen kregen psychologische hulp.

De komende zes maanden zal de aandacht vooral uitgaan naar de bouw van tijdelijke woningen, vaak ter vervanging van de tenten waarin veel ontheemden al een halfjaar wonen. Belangrijke havens in Atjeh en de Maldiven zullen weer geopend moeten worden en zeker 200 tijdelijke schoolgebouwen zullen de deuren moeten openen in Indonesië.

De totale wederopbouw zal volgens de volkerenorganisatie zeker twee tot vijf jaar duren, in sommige gebieden mogelijk zelfs een decennium. De volledige operatie zal volgens schattingen van de betrokken overheden een investering vergen van bijna 9 miljard dollar.