Het gebeurt niet elke week dat een kerkgebouw via een veiling aan de man wordt gebracht. Het was ook voor de Kamper notaris mr. A. G. Goedegebure een unieke gebeurtenis. Hij leidde de veiling in samenwerking met collega-notaris mr. H. Steenhuis uit Urk. Het kerkgebouw aan de Kerkstraat 46 (gebouwd in 1933, 250 zitplaatsen) ging in de verkoop omdat de oud gereformeerde gemeente morgen een nieuw bedehuis in gebruik hoopt te nemen.

Donderdagavond, acht uur. Vanachter een tafel in het verenigingsgebouw van de hervormde kerk van Grafhorst slaan notaris Goedegebure en notarisklerk mr. L. Bosselaar de binnenkomende belangstellenden gade. Zo’n twintig mannen, meest kerkenraads- en gemeenteleden, zoeken een plekje. Ook de oude ds. W. Kamp (92) steekt de straat over om erbij te zijn als het kerkje, waarin hij zo veel jaren heeft gepreekt, van eigenaar verwisselt.

Als notaris Goedegebure het woord neemt, verstomt het geroezemoes. Hij leest de verkoopvoorwaarden in grote lijnen voor, beantwoordt vragen uit de zaal en opent vervolgens de enveloppen van de bieders. Drie personen hebben een bod uitgebracht. Alleen de naam van degene die het hoogste bedrag voor het kerkje overheeft, wordt openbaar gemaakt.

„Eerste bod: 50.000 euro. Tweede: 69.098. Laatste bod: 156.400, gedaan door de heer L. Oostendorp. Het is duidelijk dat hij de hoogste bieder is”, aldus de notaris.

Om halfnegen is alles bekeken. Ouderling B. van den Belt is zeer tevreden met de opbrengst. Hij is niet de enige. Ook gemeentelid W. van der Woude is in zijn nopjes met het bedrag. „We hadden een bedrag in het hoofd dat ongeveer overeenkomt met het middelste bod”, zegt hij veelbetekenend.

Ook Oostendorp, een man van middelbare leeftijd, is tevreden. „’t Is een prachtig kerkje om in te wonen, echt waar. Ik ben maar alleen en ik stel geen hoge eisen. Ik ben van plan van de consistorie mijn woonkamer te maken. Prachtig man! Verder mag ik graag wat sleutelen aan motoren. Die kan ik nu mooi kwijt. Ruimte zat om een werkplaats in te richten.”

Maar het aankoopbedrag had eigenlijk best lager gekund, vindt de kersverse eigenaar van de kerk. „Toen ik begreep dat er maar heel weinig gegadigden waren, heb ik mijn eerste bod nog gauw met 40.000 euro verminderd. Had ik er nog maar meer afgedaan. Maar zo is het ook goed.”

Uiterlijk 1 juli krijgt Oostendorp de sleutel. Aan de transactie is een zogenaamde kwalitatieve verplichting gekoppeld: de nieuwe eigenaar mag in het voormalige kerkje géén kerkdiensten beleggen, een horecagelegenheid inrichten of een bordeel beginnen. Die bepaling geldt voor elke volgende koper en gaat vergezeld van een boeteclausule. Overtreding kost 500.000 euro plus 2500 euro per dag. Oostendorp: „Ik hou het maar bij mijn motoren.”