Ontmoeting Sharon en Abbas beëindigd
De Israëlische premier Ariel Sharon en de Palestijnse president Mahmoud Abbas hebben elkaar dinsdag in Jeruzalem ruim twee uur gesproken.
Het was de eerste keer dat een Israëlische regeringsleider en een Palestijnse president topoverleg hadden in de stad die voor drie grote religies als heilig geldt. Zowel Israël als de Palestijnen claimen de historische plaats als hoofdstad.
Abbas reed na zijn tweede topoverleg met Sharon weg zonder wachtende verslaggevers te woord te staan. Volgens functionarissen liet Sharon tijdens het gesprek weten dat hij bereid is twee steden op de Westelijke Jordaanoever over te dragen aan de Palestijnen, als zij de veiligheid kunnen waarborgen.
In de residentie van Sharon in het westen van de tussen Israël en de Palestijnen verdeelde stad besprak het duo ook de Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook, die is voorzien voor augustus. Sharon wil dat Abbas maatregelen neemt om te voorkomen dat Palestijnse militanten de Israëlische aftocht met aanslagen verstoren.
Sharon zou er bij Abbas op hebben aangedrongen nog harder op te treden tegen de militante groeperingen in de Palestijnse gebieden. De Israëlische president waarschuwde al dat de terugtocht wordt uitgesteld, als er geen einde komt aan de Palestijnse terreur.
De Palestijnen op hun beurt verlangen concrete afspraken over de toekomst van het vredesproces. Volgens een hooggeplaatste Britse functionaris vindt er donderdag in Londen weer internationaal overleg plaats over de toekomst van het Midden-Oosten.
De militante Palestijnse beweging Hamas reageerde kritisch op de beslissing van Abbas om in te gaan op de uitnodiging voor overleg. Vooral het feit dat de top plaatsvond in Jeruzalem is Hamas in het verkeerde keelgat geschoten. Volgens de militante Palestijnen staat dat gelijk aan een erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël.
Abbas volgde eerder dit jaar de overleden Yasser Arafat op als president. Tijdens de eerste ontmoeting die hij daarna met Sharon had, in februari in Egypte, kwamen beide leiders een staakt-het-vuren overeen. Dat fragiele bestand vertoont de laatste weken echter steeds meer scheurtjes. Het geweld lijkt gestaag toe te nemen.
Om een einde te maken aan aanvallen op Israëli’s door radicale Palestijnen, voerde het Israëlische leger in de nacht van maandag op dinsdag een grootscheepse operatie uit tegen de Islamitische Jihad. Volgens bronnen binnen de strijdkrachten zouden militairen in meerdere plaatsen op de Westelijke Jordaanoever meer dan vijftig personen hebben gearresteerd.
Het was voor het eerst in zes maanden dat het leger een dergelijke golf van arrestaties verrichtte. Sinds het staakt-het-vuren dat Israël en de Palestijnen in februari sloten, werden alleen personen gepakt die een direct gevaar vormden.
Twee Israëliërs kwamen de afgelopen dagen om het leven door aanslagen die zijn opgeëist door de Islamitische Jihad. Dinsdag werd bij Tulkarem de chauffeur van een auto dodelijk getroffen. De dag ervoor schoten Palestijnse schutters een Israëlische militair dood in het zuiden van de Gazastrook. Later op de dag werd bij de grensovergang Erez een Palestijnse vrouw gearresteerd die explosieven om haar middel had en daarmee een zelfmoordaanslag wilde plegen.