Sudanese aanklachten tegen AzG van de baan
De Sudanese autoriteiten hebben de aanklachten die waren ingediend tegen twee medewerkers van de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen (AzG) wegens een volgens hen leugenachtig rapport over verkrachtingen van vrouwen in de regio Darfur laten vallen.
Dat heeft AzG maandag bekendgemaakt. Volgens een woordvoerder van de hulporganisatie heeft de Sudanese minister van Buitenlandse Zaken, Osman Ismail, zondag tijdens besprekingen met afgevaardigden van AzG gezegd dat het gerechtelijk onderzoek tegen de AzG-regiodirecteur in Khartoem, de Brit Paul Foreman, en zijn in Darfur werkzame Nederlandse collega Vincent Hoedt, is gestaakt en dat de aanklachten zijn ingetrokken. Ismail zei bovendien veel respect te hebben voor het belangrijke werk dat de organisatie doet in Sudan.
Foreman en Hoedt werden drie weken geleden gearresteerd nadat AzG een rapport over Sudan had doen uitgaan. Het maakte daarin melding van medisch bewijs dat in vierenhalve maand in de regio Darfur ruim 500 vrouwen zijn verkracht. De daders zouden voor ruim 80 procent bestaan uit regeringsmilitairen of leden van met de regering verbonden milities. De Sudanese regering was woedend over het in maart uitgegeven rapport en beschuldigde AzG van het verspreiden van leugens.
Volgens de AzG-woordvoerder hebben de organisatie en de Sudanese overheid de afgelopen weken per brief gecorrespondeerd over het ontstane conflict. „Blijkbaar hebben wij ze weten te overtuigen”, zei hij.
AzG heeft zo’n 180 buitenlandse hulpverleners en zeker vierduizend Sudanese medewerkers in Darfur alleen. De hulpverleners leiden ziekenhuizen en voedingscentra voor vluchtelingen.