Verruwing op scholen neemt toe
Amsterdamse scholen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs signaleren een verruwing tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en hun ouders en tussen leerkrachten en de schoolleiding.
Dat is vrijdag gebleken uit de resultaten van een onderzoek van de gemeente Amsterdam naar etnische spanningen en problemen op 24 scholen, verdeeld over 25 locaties. Eerder werd dezelfde conclusie getrokken uit hetzelfde onderzoek naar 25 basisscholen in de hoofdstad.
Uit de studie blijkt verder dat de docenten steeds meer gedemotiveerd raken. Zij vinden het schoolklimaat onveilig en hebben het gevoel dat de kloof tussen henzelf en groepen leerlingen groeit. Ook ontstaan er vaker problemen door een groeiend aantal leerlingen met gedragsproblemen of leerlingen die met justitie in aanraking zijn gekomen.
Op 21 van 25 bezochte schoollocaties is sprake van een redelijk tot goede interculturele verhoudingen tussen leerlingen. Op deze scholen zijn deze verhoudingen de laatste jaren niet gewijzigd. Bij vier scholen is de sfeer zelfs verbeterd. Het beeld is minder positief op vier andere locaties, waarvan op drie regelmatig sprake is van kortstondige etnische spanningen en op één de interculturele verhoudingen tussen leerlingen structureel slecht zijn.
De verruwing van omgangsvormen doet zich het meest voor op scholen voor praktijkonderwijs en op het vmbo. Ook zijn er meer problemen met leerlingen die met justitie in aanraking zijn gekomen. De onderzochte havo- en vwo-scholen hebben vooral te maken met de koppeling van voornamelijk Marokkaanse leerlingen tussen religie en een anti-Nederlandse, antiwesterse houding als een nieuw fenomeen.
De gemeente concludeert dat op de scholen waar het beter gaat of de situatie hetzelfde is gebleven, meer aandacht is besteed aan de verruwing en de interculturele verhoudingen. „Als er iets aan de hand is op die scholen dan wordt ook direct ingegrepen. Duidelijke regels zorgen voor betere verhoudingen tussen de leerlingen onderling, maar ook met de docenten”, zegt de woordvoerder van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs Aboutaleb.
Op 5 juli praat de gemeente met alle scholen die bij het onderzoek betrokken zijn. De scholen delen de zorgen van de wethouder, maar zien ook dat bestaande en nieuwe initiatieven de verhoudingen op de scholen verbeteren. „Wij hopen dat de scholen waar het minder goed gaat het beleid van de andere waar het goed gaat overnemen. De gemeente kan ze hierbij helpen.” De scholen krijgen hulp, als ze daarom vragen.
De aanleiding voor het onderzoek was de radicalisering van een aantal leerlingen in de hoogste groepen op basisschool Het Mozaïek in de Amsterdamse wijk de Pijp. Enkele leerlingen vereerden de van de moord op Theo van Gogh verdachte Mohammed B. en keurden de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog goed. De gemeente wilde hierop weten welke invloed de moord op Van Gogh en de reacties daarop hadden op de interculturele omgang tussen leerlingen onderling en leerlingen en docenten in het Amsterdamse onderwijs.