Toerisme geen oplossing voor de ergste armoede
De Verenigde Naties hebben ten onrechte hoge verwachtingen van het toerisme als motor voor armoedebestrijding in de armste landen van de wereld.
Dat vinden onderzoekers van de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV) in Breda.
De NHTV’ers Jos van der Sterren, Jeroen Nawijn, Ilja Simons en Paul Seeters maakten hun kritiek donderdag wereldkundig tijdens de Groeneveld Conferentie 2005 in Wageningen. De congresgangers debatteerden over duurzaam toerisme en over de mogelijkheden om via toerisme armoede te bestrijden.
In 2002 hebben de Verenigde Naties en de Wereldtoerismeorganisatie WTO afgesproken dat het toerisme het belangrijkste middel wordt om binnen dertien jaar de armoede in de 49 armste landen op aarde te halveren. De NHTV’ers vinden dat de VN en de WTO veel te optimistisch zijn en te weinig oog hebben voor negatieve factoren als corruptie, milieuvervuiling en de keiharde concurrentie in de reisbranche.
De onderzoekers noemen als voorbeeld van hoe het niet moet de zogeheten all inclusive-reizen naar verre bestemmingen (long haul), waarbij toeristen voor minder dan 400 euro een compleet verzorgde vakantie naar Kenia of Cuba boeken. „De door bodemprijzen gestuurde internationale markt lijkt touroperators weinig andere keuzes te laten dan de bestemmingen tegen elkaar uit te spelen om zo de laagste kosten te realiseren”, aldus Van der Sterren c.s. „Voor het armste deel van de bevolking blijft dan hoogstens een rol weggelegd in de vorm van het ontvangen van aalmoezen en het toeleveren van eenvoudige producten en diensten tegen zeer lage vergoedingen.”
Volgens de onderzoekers kan extreme armoede het best worden bestreden door een betere verdeling van de economische en politieke macht. „Tegelijk zouden de eco-efficiëntste sectoren ontwikkeld moeten worden en intercontinentaal toerisme is dat in ieder geval niet.”
Toerisme mag dan niet het wondermiddel zijn tegen armoede, het biedt landen met grote armoede wel kansen. De onderzoekers noemen als voorbeeld het zogeheten hoogwaardig toerisme, waarbij weinig rijke westerse toeristen veel geld besteden. „Ook is het zinvol om juist op nabije markten te mikken, zoals buurlandtoerisme of binnenlands toerisme. Peru ontvangt bijvoorbeeld de helft van zijn toeristische inkomsten uit binnenlands en buurlandtoerisme.”
De NHTV-specialisten roepen de WTO, in Wageningen vertegenwoordigd door topman Eugenio Yunis, op meer werk te maken van de promotie van deze vormen van toerisme. De organisatie dient verder „stelling te nemen tegen de ongebreidelde groei van het long haul-toerisme.”