Rijden onder invloed sinds 1975 nog nooit zo laag
Het aantal automobilisten onder invloed zakt gestaag. Vorig jaar snapte de politie bij alcoholcontroles in de nachtelijke uren van de weekeinden 3,4 procent van de automobilisten. Zij hadden meer gedronken dan de wettelijke toegestane hoeveelheid van 0,5 promille. Sinds 1975 zijn het er niet zo weinig geweest.
Dit blijkt uit het donderdag verschenen jaarlijkse onderzoek Rijden onder invloed van de adviesdienst Verkeer en Vervoer. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het bureau verkeershandhaving van het openbaar ministerie waren de opdrachtgevers. Net als vorig jaar is het succes volgens de AVV te danken aan een combinatie van intensieve handhaving en voorlichting, met name de in 2001 uit Vlaanderen overgenomen BOB–campagne. Deze zomer is er een bierviltjescampagne „BOB krijgt praatjes".
Alcohol in het verkeer komt steeds minder voor. Het aantal bestuurders dat minder dan 0,2 promille (nuchter of hooguit 1 glas) blaast, steeg van 90,2 procent in 2000 tot 92,2 in 2004.
De meeste overtreders (85 procent) blijven mannen. Maar er is sprake van een daling van het misbruik, bij de groep 18–24 jaar als de belangrijkste risicogroep is die het sterkst. Bij deze jongemannen ligt het percentage betrapten op 2,7 procent. Bij die zelfde leeftijdsgroep vrouwen is er juist een lichte toename, van 0,8 naar 1 procent.