Alvorens haar op vrije voeten te stellen, gaven de ontvoerders Aubenas parfum en sieraden. De journaliste geeft naar verwachting later dinsdag een persconferentie. Aubenas en haar Iraakse vertaler Hussein Hanun werden op 5 januari in Bagdad ontvoerd.

De vrouw vertelde de krant over haar laatste dag in gevangenschap. Zij en Hanun werden uit hun cel in de kelder van een gebouw gehaald. Bovenaan de trap zei een bewaker: „Vandaag. Parijs". In een andere ruimte moest het duo zich verkleden in traditionele Arabische kledij. Ze kregen hun bezittingen terug.

„Toen zei een bewaker dat ze enkele geschenken voor ons hadden. Ze gaven me twee ringen en een fles parfum", aldus Aubenas. Daarna mochten de twee, voor het eerst in vijf maanden, op een stoel zitten en werd eten geserveerd „alsof we gasten waren".

Uren later werd het geblinddoekte duo, na een autorit, overgedragen aan Franse geheim agenten. Een van hen fluisterde Aubenas en Hanun in: „Het is voorbij, het is voorbij".