Kerk & religie

„Koninkrijk Gods heeft geestelijk karakter”

Zowel het Oude als het Nieuwe Testament projecteert de realisatie van het Koninkrijk Gods niet op deze aarde, maar ziet het als een hemelse en geestelijke werkelijkheid. We houden ons verre van de moderne theologie, alsmede van vormen van modern-gereformeerde theologie met hun uitleg over het aardse karakter van het Rijk.

Van een medewerker
13 June 2005 09:57Gewijzigd op 14 November 2020 02:38

Dr. W. van Vlastuin verdedigde zaterdag op een symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi het geestelijk karakter van het Koninkrijk Gods. Alle aardsgerichte interpretaties van bijbelse beloften wees hij af. „Onze nood is geen lichamelijke nood, maar de geestelijke nood, namelijk de crisis als gevolg van de zonde.”

De Bergrede stond centraal op het symposium, waarvan het thema luidde: ”Een Priesterlijk Koninkrijk en een heilig volk”, met als ondertitel ”Over de verborgenheden van het Rijk Gods”.

Dr. Van Vlastuin, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Katwijk aan Zee, sprak over de betekenis van Christus’ Rijk. In zijn lezing schetste hij eerst de veranderingen in opvattingen over het Rijk van God, van louter geestelijk tot enkel aards. Deze tendenzen zijn niet alleen waarneembaar bij Karl Barth en bij vrijzinnige theologen, aldus de lector, maar ook bij theologen als Abraham Kuyper, Van Ruler en C. Graafland.

Volgens dr. Van Vlastuin legde Kuyper te veel nadruk op het aardse koningschap van Christus. Van Ruler overaccentueerde de aardse gestalte van oudtestamentische beloften. Prof. Graafland had naar de mening van de lector te veel kritiek op Calvijns geestelijke duiding van het Oude Testament. In de gereformeerde gezindte is de invloed van deze theologen soms merkbaar door verminderde aandacht voor het persoonlijk zielenheil, zo stelde dr. Van Vlastuin.

Omdat echter de Schrift doorslaggevend is, behandelde hij een tiental schriftplaatsen die volgens hem ondubbelzinnig wijzen op het geestelijk karakter van het Rijk Gods. „De beloofde erfenis aan Abraham bestond niet uit land of bezittingen, maar lag in God Zelf. Vele psalmen spreken over het geestelijk karakter. Zelfs het koningschap en rijk van David, hoe aards ook, fungeren in de hele Bijbel als afschaduwing van het komende Rijk. Voor alle profeten is de zonde de eigenlijke kwaal en bestaat het ware heil uit vergeving. Vele passages, ook genezingswonderen in het Nieuwe Testament, wettigen maar één conclusie: het Rijk Gods met zijn zegeningen moet geestelijk en niet aards opgevat worden.”

Volgens dr. Van Vlastuin is het in eigen handen nemen van het hemelse Koninkrijk een menselijke neiging. De brieven van Paulus en Petrus stellen het heil echter in de hemel. De lijn van die geestelijke en hemelse gerichtheid loopt door de hele kerkgeschiedenis. Anderzijds dienen extreem eschatologische opvattingen, die het Rijk Gods te veel in de toekomst projecteren, ook afgewezen te worden. Christus is al vanaf Hemelvaart de gekroonde Koning.

Ds. W. Pieters hield de tweede lezing, met de titel ”De Bergrede: leefregel van het Koninkrijk van God”. Hij ging in op de praktische toepassing van de Bergrede. Het onderhouden van Jezus’ geboden vormt in het Matthéüsevangelie een centrale gedachte, zei de predikant van de hersteld hervormde gemeente in Garderen, maar deze komt in het bijzonder in de Bergrede naar voren. Alleen in de zaligsprekingen, die als introductie bedoeld zijn, staan geen bevelen, de rest is er vol van.

Uit Jezus’ uitleg van enkele geboden blijkt hoe hoogernstig Hij de zonde neemt, aldus ds. Pieters. Aanwijzingen om lichaamsdelen te verminken, zijn volgens hem niet letterlijk bedoeld, maar beeldspraak, hoewel ook weer niet hyperbolisch.

In tegenstelling tot Luther, die de Bergrede alleen als middel tot ellendekennis zag, stellen we de Bergrede als een leefregel, zei de predikant. Goed lezen van de Bergrede moet leiden tot afwijzen van alle antinomianisme. Het in praktijk brengen lukt alleen vanuit de innige geestelijke band met Christus zelf. De enge poort is niet eng in de zin van ”naar”. Het woord ”nauw” betekent hier ook niet benauwd, wel nauwkeurig. Overigens behoort verdrukking onlosmakelijk bij deze stijl van leven, zei ds. Pieters.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer