Buitenland

„Haïtianen moeten zich verantwoordelijk voelen voor hun land”

Haïti behoort tot de falende staten. Is er nog hoop voor het land? Vandaag aan het woord: Marie Fleurente Dalencourt Sylvain. Zij is directeur projecten van de Haïtiaanse hulporganisatie Parole et Action, een partner van de stichting Woord en Daad in Nederland.

Marie van Beijnum
8 June 2005 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 02:37

Ze is op en top Haïtiaans. Een vrouw met charisma naar wie wordt geluisterd: door de kinderen die met steentjes op de stoep spelen (Fleurente zakt door haar knieën en doet mee), door de vrouwen, door de vissers van Anse-Rouge. Ja, wie valt niet voor Fleurente? In 1989 trad Fleurente (Dessalines, 1964) in dienst bij Parole et Action. Ze is getrouwd met Jean-Robert Sylvain, heeft geen kinderen en behoort tot een adventistengemeente. „Ik wilde na mijn studie filosofie in Port-au-Prince graag medicijnen doen. Ik was al bezig me in te laten schrijven bij een universiteit in Parijs, maar toen overleed mijn vader. Wegens veranderingen in de financiële situatie moest ik afzien van die studie medicijnen en gaan werken.”

Dat was een bittere pil voor Fleurente. „Ik heb God gebeden om mij een nieuwe koers te laten zien voor mijn leven. Wat wilde Hij van mij? Als God een andere weg met me voorhad, had ik die te volgen. Ik was er zeker van dat Hij me zou dragen. Ik heb me ingeschreven bij de faculteit sociale wetenschappen aan de universiteit van Port-au-Prince (1991-1996). Toch had ik niet genoeg geld om van te leven en mijn moeder had dat evenmin.”

Ze hoorde op Radio Lumière dat een christelijke organisatie een secretaresse vroeg. „Ook zag ik een advertentie in de krant. Ik solliciteerde en moest op gesprek komen voor een eerste kennismaking. Ik herinner me heel goed een vraag van Ad de Blaeij, de toenmalige directeur van Parole et Action. Hij vroeg naar mijn motivatie. Ik antwoordde waarom die zo sterk was. Na acht dagen kreeg ik bericht dat ik was aangenomen. Sindsdien voltrok zich een grote verandering in mijn leven. Ik reisde voor Parole et Action heel het land door. Ik leerde alle projecten kennen; ik moest natuurlijk zien wat er in het veld gebeurde. Op die manier groeide mijn roeping voor de allerarmsten en de gemarginaliseerden van mijn land.

Vanaf die tijd ben ik mezelf er rekenschap van gaan geven dat het Evangelie zegt dat het beter is te geven dan te ontvangen. Dat werd ook het kompas van mijn werk. Ik ben Parole et Action nog steeds dankbaar dat ik dit mag doen. Ik draag een grote verantwoordelijkheid en als christen probeer ik daarin liefde tot uitdrukking te brengen. Als je weet dat 80 procent van je landgenoten analfabeet is, dan is het voor mij genade om het volk te leren en onderwijs te geven. Parole et Action heeft me de mogelijkheden geschonken om mijn werk met liefde, verantwoordelijkheid, enthousiasme te doen, als christen!”

Veel Haïtianen trekken weg naar de VS of Canada. Waarom Fleurente Dalencourt niet?

„Weggaan heeft geen zin. Bovendien valt er voor de meeste mensen weinig te kiezen. Niet iedereen kan het zich veroorloven te emigreren. Haïti is ons land en het is onze taak hier te zijn.”

Wat zijn Haïti’s problemen?

„Haïti kent talloze en grote problemen. Er is bijvoorbeeld een enorme inkomensongelijkheid. Onze jongeren kunnen niet naar school en ze hebben geen mogelijkheden voor de toekomst. Met onze gezondheidszorg is het droevig gesteld. Ons sociale bestaan zit vol met conflicten, zoals geweld en agressie. Een belangrijke factor is het feit dat veel jongeren zich niet kunnen ontwikkelen tot op het creatieve niveau dat ze wel in zich hebben. Als je mensen een kans geeft dat te ontdekken en te ontplooien, krijgen ze zelfvertrouwen en kunnen ze veel meer. Dan krijgen ze zicht op de mogelijkheden die er in de maatschappij voor hen liggen.”

Dit jaar is het VN-Jaar van het Microkrediet. We horen vaak alleen de succesverhalen. Zijn er ook mislukkingen?

„Microkredieten mislukken als ze niet aan groepen worden gegeven. Ik ben een sterk voorstander van groepskredieten. Als je een krediet op individuele basis zou geven, zou het geld vaak worden gezien als oplossing voor eigen financiële problemen. Dan kan het microkrediet een valkuil worden. Maar als mensen in groepsverband opereren, kan het microkrediet de deur zijn naar een betere toekomst.

Voeg je je bij een groep, dan kun je op elkaar terugvallen als er iets niet lukt. Je kunt met elkaar overleggen, elkaar ruggensteun geven en als groep naar voren treden. Klanten hebben meestal geen onderpand en staan in de groep garant voor elkaar. Dat maakt sterker. Microkredieten slagen dus beter in groepsverband dan individueel.

Zelf moedig ik het vormen van groepen altijd sterk aan. Het geeft meer kansen en het bevordert de solidariteit tussen mensen. Komt een groep in moeilijkheden, dan hoeft men het niet alleen te dragen, maar doet men dat met elkaar. Zoiets maakt de last lichter. Gooit een van de groepsleden er met de pet naar, dan is het risico minder groot. Binnen een groep kunnen leden elkaar op hun verantwoordelijkheden aanspreken.”

Kun je vertellen wie de Haïtiaan in het algemeen is?

„Het prototype is iemand die zich in cultureel opzicht gehecht weet aan zijn (voor)ouders, de helden van de Haïtiaanse onafhankelijkheid (1804), die trots is op het verleden. Hij is gehecht aan zijn gewoonten, de tradities.

Een Haïtiaanse christen kun je leren kennen door zijn werk en de tijd die hij in de kerk stopt. Dat is bijzonder: economisch gezien heeft de Haïtiaan nauwelijks tijd voor de kerk omdat hij elk uur van de dag bezig is te overleven. Toch maakt hij tijd vrij om te bidden en te zingen.

Verder is de Haïtiaan relationeel. Alles draait om relaties. Je merkt dat in het sociale verkeer. Men groet elkaar en informeert naar elkaars wel en wee. In ons land kun je eigenlijk niet echt eenzaam zijn. Vooral in de provincie is ”la cour” erg belangrijk: dat is het erf, de familie, de Haïtiaanse gemeenschap. Men voelt zich verantwoordelijk voor het gezin en voor de ander. In Haïti staat het gemeenschappelijke leven voorop. Individualisering is ons vreemd. De familie is matriarchaal: de vrouw en moeder doet het allemaal. Zij werkt en zorgt voor de kinderen.”

Hoe zit het met voodoo, de religieuze tovenarij?

„Voodoo is sterk aanwezig in onze samenleving. Er zijn zelfs syncretistische kerken en diensten. Voodoo kan een obstakel zijn. Daarom is het nodig dat je mensen ervan overtuigt dat bepaalde krachten waarin ze geloven, niet bestaan.”

Waaruit bestaat volgens jou christelijke ontwikkelingshulp?

„Die heeft alles te maken met ethiek. Ethiek is het domein bij uitstek van de christelijke ontwikkelingshulp. De christen heeft een boodschap voor de wereld. Hij neemt deel aan het leven, maar hij weet dat God alleen regeert.”

In Haïti lijden duizenden aan aids of zijn seropositief. Hoe ga jij met het aids-vraagstuk om?

„Een aids-patiënt moet worden geholpen. Goede voorlichting is erg belangrijk. Persoonlijk vind ik dat een christen zich niet kan scharen achter de promotie van het condoom alleen. Het gaat om trouw, niet alleen voor, maar ook in het huwelijk. Jongeren veranderen hun leven na het horen van de christelijke boodschap. Een condoom geeft niet 100 procent veiligheid. Onthouding wel. Daarom vind ik dat de nadruk meer moet liggen op onthouding. Het is ABC: ”abstinence” (onthouding), ”be faithful” (trouw) en ”condom” (condoom). Een christen kan op dit vlak het voorbeeld geven.”

Wat ligt ten grondslag aan de teloorgang van Haïti?

„De oorzaak van het failliet van de Haïtiaanse natie is het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel van de bevolking ten opzichte van haar land. Er is sprake van een sociaal-economisch en een politiek probleem. We moeten oplossingen zien te vinden voor de middellange en de lange termijn. De problemen worden alleen maar erger als de mensen wegtrekken. Dat is een vlucht van menselijk kapitaal.”

Je droom?

„Ik droom van een beter en rechtvaardiger Haïti. Met durf, besluitvaardigheid, moed, om ondanks de situatie de dingen aan te pakken. Als iedereen zich dat zou realiseren, zou het beter gaan met ons land.”

Hoe kunnen wij Haïti het best helpen?

„De knop moet om, onze mentaliteit moet veranderen. Haïti kan daarbij worden geholpen. Als dat gebeurt, zullen veel armen uiteindelijk een beter toekomstperspectief krijgen.”

Dit is het tweede artikel in een serie over Haïti.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer