Christen heeft bijbellezing nodig
In de prediking bestaat te weinig aandacht voor het doorgeven van bijbelkennis. Deze klacht klonk vorige maand op de jaarvergadering van de Arbeitsgemeinschaft Missionarische Dienste (AMD) in het Duitse Hofgeismar. In drie artikelen geven predikanten hun visie. Dr. P. de Vries
gaat in op het belang van bijbellezingen. Al in mijn eerste gemeente ben ik begonnen met het houden van bijbellezingen, hetzij in de vorm van een doordeweekse kerkdienst hetzij in de vorm van een bijbelavond. Dat laatste komt dan neer op een preek waarover vervolgens vragen kunnen worden gesteld. Je zou kunnen zeggen een preek gecombineerd met een preekbespreking. Mijn uitgangspunt is daarbij dat afgezien van de zomermaanden er elke twee weken een samenkomst is voor de gehele gemeente. Op dat laatste wil ik allereerst ingaan.
Beslommeringen
Ik ben er diep van overtuigd dat het voor het geestelijk welzijn van de gemeente van groot belang is ook doordeweeks rondom het Woord bijeen te komen. De eerste christenen deden het zelfs dagelijks. Met Spurgeon zeg ik dat het onbestaanbaar is dat een levende christen genoeg zou hebben aan de zondagse samenkomsten van de gemeente, al vormen die ongetwijfeld het hoogtepunt van het gemeenteleven vanwege het bijzondere karakter van de eerste dag van de week als de dag des Heeren. Een christen kenmerkt zich door honger naar het Woord.
Ongetwijfeld kan men op allerlei wijze samen met anderen het Woord bestuderen, maar niets gaat uit boven een samenkomst voor de gehele gemeente. Daar komt het meest tot uiting dat het Woord er is voor mensen van welke achtergrond en welke leeftijd dan ook. In een kerkdienst is het God Die door middel van een van Zijn knechten tot de gemeente spreekt. De gemeente participeert door te luisteren naar de stem van de levende God. Als er zo geluisterd mag worden, is de kerkdienst echt een feest.
Midden in de week worden we even boven alle beslommeringen uitgetild. Als dat mogelijk is, is het een goede zaak om met een aantal anderen na afloop van de dienst bij elkaar te komen om met elkaar te spreken over wat gehoord werd. Dan wordt de kerkdienst vervolgd door een gezelschap, of hoe men het ook noemen wil.
Bijbelboek
Op de dag des Heeren moet iedereen zo veel mogelijk naar de kerkelijke gemeente gaan waartoe hij behoort. Dat geldt ook als er doordeweeks in de eigen gemeente een dienst wordt belegd. Nu pleegt dat in de meeste gemeenten niet elke week te zijn. Ik acht het een goede zaak als men dan elders kerkt. Wat mij betreft behoeft er dan ook niet naar kerkmuren gekeken te worden. Het gaat om de boodschap die gebracht wordt. Waar de boodschap van vrije genade, van verzoening door Christus’ bloed en wedergeboorte door Gods Geest wordt gebracht, is Gods kerk.
Nu over het aspect van bijbellezing dat aan menige doordeweekse kerkdienst is verbonden. In elke dienst is een van de bedoelingen dat de gemeente het Woord van God beter leert verstaan en dat opdat God verheerlijkt wordt in het leven van de leden van de gemeente. „Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust” (2 Timótheüs 3:16-17).
Juist een doordeweekse kerkdienst leent zich er bijzonder voor om extra aandacht aan de uitleg van de Schrift te geven. De aandacht pleegt vaak groter te zijn dan op de dag des Heeren. Degenen die gekomen zijn, plegen echt bereid te zijn om te luisteren. Opdat mensen meer zicht krijgen op de inhoud van de Bijbel, is het goed een geheel bijbelboek of een deel van een bijbelboek te behandelen. Zo wordt in de prediking de structuur van een bijbelhoofdstuk en de daaraan verbonden voortgang van de gedachteontwikkeling duidelijk.
Verband
Ik zou een pleidooi willen voeren om in doordeweekse bijbellezingen allereerst te denken aan de nieuwtestamentische brieven. Die hebben in het licht van de voortgang van de openbaring een bijzondere plaats in de Schrift. Terugziende op het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus wordt in de nieuwtestamentische brieven de betekenis van Christus’ dood, opstanding en hemelvaart ontvouwd.
De bijbelse leer in zijn uiteindelijke vorm wordt er ons in geopenbaard. Als de brieven in de prediking vers na vers of gedeelte na gedeelte behandeld worden, wordt de gemeente met dezelfde ontwikkeling van gedachten geconfronteerd als de eerste lezers. Het is een middel om te voorkomen dat schriftwoorden fout worden verstaan omdat het verband waarin zij staan niet helder voor ogen staat.
Ten slotte: het gaat erom dat de prediking wordt toegepast aan het hart, dat wij de kracht van het ene ongetwijfelde christelijke geloof mogen kennen waarvan Jezus Christus, de van God gegeven Middelaar, de hoofdsom is.
De auteur is hersteld hervormd predikant te Elspeet.