Van Istendael: Europa is bedrijfsblind
De kloof tussen het volk en de regenten is diep, zeker tussen de ontredderde Nederlanders en de technocraten van de Europese Commissie.
Geert van Istendael, Belgisch schrijver en Nederland-kenner (hij bracht er zijn jeugd door en schreef onlangs het boek Mijn Nederland), vindt het tijd voor zelfkritiek onder de eurocraten.
Nederland is nog niet bekomen van de gebeurtenissen van de afgelopen jaren, analyseert Van Istendael. „Twee moorden, op Fortuyn en Van Gogh, dat is niet niks. Nederland is bezig geweest met de eigen ontreddering. Dan krijg je angst, logisch. Zeker in een land dat altijd zo overtuigd was van zijn eigen heil.”
Dat het aangeharkte Nederland opeens is verworden tot een land in chaos, verbaast de schrijver niet. „Nederland verandert schoksgewijs. Je zag dat in de jaren zestig met de provo’s al. Nederland was daar veel eerder mee dan de andere Europese landen en de veranderingen gingen ook veel dieper. Terwijl Nederland juist bekendstaat om zijn rust, zijn tolerantie, zijn overlegstructuren … blijkbaar dekt die rust ook veel toe. Ik kijk daar met grote zorg naar, zonder leedvermaak.”
De chaotische politieke toestand in Nederland is in de ogen van Istendael lang niet de enige reden voor het massale nee. Met de grondwet zelf is behoorlijk wat mis, en vooral ook met de Europese ’regenten’. De nee-stemmers zijn zeker geen extremisten, wat sommige commentatoren hebben gezegd na het Franse nee, vindt de schrijver. „Het gaat niet op om meer dan 60 procent van de bevolking een extremist te noemen. Het is tijd voor een gewetensonderzoek of men niet met het verkeerde model van Europa bezig is.”
Eurocraten zijn vooral met zichzelf bezig, concludeert hij. „Hier in Brussel, in de metro hangen affiches over de grondwet, hoe de interne organisatie van de EU erdoor verbeterd wordt. Dáár is men mee bezig geweest, met de eigen structuren. De burger was met iets heel anders bezig. Men heeft te veel naar de eigen navel gestaard.”
„Je hoort nu dat het een zwarte dag is voor Europa, maar dat is niet waar. Het is een zwarte dag voor de regenten, of liever, een heilzame schok”, aldus Van Istendael, die de eurocraten „in zichzelf gekeerd” noemt.
Het probleem zit ingebakken in de manier van werken, meent de schrijver. „Een orgaan als de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de Unie) heeft nooit verantwoording hoeven afleggen, hooguit bij fraudeschandalen. Dan word je bedrijfsblind.”
Van Istendael waarschuwt de Europese leiders en ambtenaren om niet op twee keer nee te reageren met de opmerking dat de grondwet beter moet worden uitgelegd. „Misschien deugt simpelweg de hele zaak niet. Maar men blijft overtuigd van het eigen gelijk. Persoonlijk hou ik niet van dat missionarissengedrag.”
Beter zou het zijn als de eurocraten een „buitengewoon pijnlijke denkoefening” zouden doen, namelijk door ervan uit te gaan dat ze géén gelijk hadden. „Dat is zeer onaangenaam. Maar als je dat grondig genoeg doet, werkt dat bevrijdend.”