Binnenland

„Strenge beveiliging is zeer vermoeiend”

Moest Pim Fortuyn een aanslag met de dood bekopen, burgemeester J. W. Haanstra van Stede Broec bleef vorig jaar gespaard toen er een kogel op hem werd afgevuurd. „Ik ben nu meer op mijn hoede.”

J. Visscher
13 May 2002 15:21Gewijzigd op 13 November 2020 23:34

Voor Haanstra was de afgelopen week extra beladen. Vorig jaar, op 17 april, werd de VVD-burgemeester na afloop van een raadsvergadering vlak voor zijn eigen huis beschoten. Een onbekende man vuurde een kogel af. Die drong vlak bij Haanstra’s oogkas naarbinnen en „bleef steken” bij het kaakbeen.

Van de dader ontbreekt nog steeds ieder spoor. Er zijn geen aanwijzingen dat de aanslag te maken heeft met de legionella-epidemie op de Westfriese Flora in Bovenkarspel (gemeente Stede Broec) in 1999, die meer dan dertig slachtoffers eiste. Haanstra was voorzitter van de Westfriese Flora.

De burgemeester hoorde het bericht over de moord op Fortuyn maandagavond iets na zessen in zijn auto. „Ik kwam uit Garderen, waar we het collegeprogram in elkaar hadden gespijkerd. Ik was verbijsterd over het nieuws. Oude wonden gingen open. Nog voor zeven uur hoorde ik dat Fortuyn was geraakt in hals en hoofd. Ik ging natuurlijk meteen plaatsvervangend denken. Dit had mij ook kunnen gebeuren. M’n vrouw belde me mobiel. We hebben een halfuur met elkaar gepraat.”

De schrik van Haanstra werd gevoed door merkwaardige gebeurtenissen de week daarvoor. „Langs ons huis zagen we een paar keer langzaam rijdende auto’s voorbijkomen. Onbekende auto’s. Na de aanslag zijn we alert op dat soort dingen geworden. Je bent op je qui-vive. We hebben kentekennummers genoteerd en de politie gebeld. Later bleek het te gaan om zogeheten uitvoerauto’s, wagens die bestemd zijn voor het buitenland.”

De eerste weken na de aanslag op hem werd Haanstra op bevel van het ministerie van Binnenlandse Zaken zwaar bewaakt. Hij had 24 uur per dag bodyguards in de buurt. Die periode is hem niet in de koude kleren gaan zitten. „De beveiliging was werkelijk vermoeiend. Dat is echt geen pretje. Je bent je vrijheid volstrekt kwijt. Ik moest alles doorgeven wat ik ging doen. Van minuut tot minuut. Waar ga je naartoe? Met wie ga je praten? Soms was het nodig dat een van die mannen manifest naast je stond.”

Haanstra’s woning werd voortdurend in de gaten gehouden. „Bewakers en auto’s wisselden voortdurend. Soms hadden bodyguards zich vermomd. Dat ging best wel een beetje James-Bondachtig.”

De burgemeester kon de uitgebreide beschermingsmaatregelen na een paar weken haast niet meer aan. „Natuurlijk ben je in eerste instantie dankbaar voor je de bescherming. Maar je privacy is weg. Het leven van maffiabazen die iedere minuut worden bewaakt, heeft geen kwaliteit meer. Daar ben ik van overtuigd.”

Hoewel hij momenteel geen lijfwachten meer in zijn buurt heeft, houden de autoriteiten de burgemeester nog wel op afstand in de gaten. „Dat gaat meer digitaal, ik heb daar speciale apparatuur voor. De politie kan ieder moment weten waar ik rij. Verder kan ik daar niet te veel over zeggen.”

Er knaagt een onaangenaam gevoel over het feit dat de dader nooit is gepakt. „Het is menselijk om dan twijfels te hebben over de spitsvondigheid van het recherchebijstandsteam, maar ik weet dat ze al het mensmogelijke hebben gedaan om de man te achterhalen. Ik hoop maar dat het om een gek ging die kennelijk een daad wilde stellen, zonder dat hij speciaal de burgemeester van Stede Broec op het oog had.”

Moeten politici vanwege de moord op Fortuyn voortaan extra worden bewaakt? Haanstra, bewogen: „Zeker niet. Ik zal me daar tot het uiterste tegen blijven verzetten. We mogen geen politiestaat worden, zoals in oorlogstijd. Volksvertegenwoordigers zijn gekozen om zich in te zetten voor het volk. Ze moeten zich dus tussen de mensen bewegen. Het zou erg zijn als politici alleen nog maar in gepantserde auto’s zouden kunnen rondrijden.”

Sinds de aanslag is Haanstra zich meer bewust van de tijdelijkheid van het leven. „Als mijn vrouw of ik ergens naartoe moet, zeggen we nu altijd tegen elkaar: Tot ziens, bij leven en welzijn. We zijn allemaal mensen van de dag. Bovendien: dit leven is maar een onderdeel van de werkelijkheid. De dood kan zo dichtbij zijn. Mensen die geloven, zoals ik, horen dat ook nog eens periodiek in de kerk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer