De Sudanese autoriteiten lieten de Brit Paul Foreman en de Nederlander Vincent Hoedt respectievelijk maandag en dinsdag oppakken. Sudan is het niet eens met het kritische AzG–rapport over stelselmatige verkrachtingen in de roerige Sudanese provincie Darfur.

In verband met de AzG–aanhoudingen sprak Pronk met de Sudanese minister van Buitenlandse Zaken. Hij hoopt snel te kunnen overleggen met de president over de „lastige" situatie. De VN–coördinator van Noodhulp, Jan Egeland, uitte eerder al kritiek op de arrestaties door het regime in Khartum.

De machthebbers in de Sudanese hoofdstad spreken tegen dat er verkrachtingen plaatsvinden. Maar volgens Arbour en Pronk is in het gebied seksueel geweld aan de orde van de dag. Arbour benadrukte dat AzG „niets meer heeft gedaan dan deze verschrikkelijke misdaden te melden en er de broodnodige aandacht voor te vragen".

De Sudanese justitie wil bewijzen zien voor de beschuldigingen. AzG is echter niet van plan gegevens over de ondervraagde vrouwen te overhandigen om ze niet in gevaar te brengen.

Khartum verdenkt Foreman van spionage en staatsondermijnende activiteiten. Waar Hoedt precies van wordt beschuldigd, is nog niet bekendgemaakt.

Algemeen AzG–directeur Geoff Prescott eist dat de beschuldigingen tegen zijn medewerkers worden ingetrokken. „De arrestatie van twee belangrijke coördinatoren brengt onze hulpverlening ernstig in gevaar. De bevolking van Darfur, die al zoveel doorstaan heeft, mag niet lijden onder deze arrestaties", aldus Prescott.

De Brit Paul Foreman (45) werkt sinds 2002 voor AzG en is het hoofd voor heel Sudan. De 35–jarige Nederlander Vincent Hoedt is vanaf 1996 bij de hulporganisatie en coördineert de AzG–werkzaamheden in Darfur.

Hoedt zei dat hij bij zijn arrestatie „keurig" was behandeld. Omringd door politiemannen wachtte de medewerker van Artsen zonder Grenzen dinsdag even voor 11.00 uur op het vliegveld van Nyala in Zuid–Darfur op een vlucht naar Khartum, waar hem verder verhoor wachtte.

De Brit was na ondervraging op borgtocht vrijgekomen. Wel moest hij zich dinsdagochend weer bij de autoriteiten melden.

Een woordvoerster van AzG benadrukte dat de hulpverlening in Sudan gewoon doorgaat. Wel wordt bekeken of er extra mensen naar het land moeten worden gevlogen.

De organisatie werkt met 180 internationale en 3000 Sudanese medewerkers op 29 locaties in Darfur. In de afgelopen twaalf maanden voerde zij bijna een miljoen consulten uit en behandelde zij 50.000 ondervoede kinderen. Ook bieden de medewerkers medische zorg aan mensen die slachtoffer zijn van geweld.