Terwijl een deel van de 1 miljoen inwoners van de Gazastrook uit voorzorg voedsel insloeg, gingen anderen gewoon aan het werk. Weer anderen bereidden een heldenwelkom aan de 26 militanten uit de Geboortekerk in Bethlehem die onder Amerikaanse escorte in Gaza-stad arriveerden. Sommige militanten kregen door omstanders wapens in de hand gedrukt waarmee zij vanuit hun bus in de lucht schoten.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres zei gisteren dat er geen plannen zijn om Gaza te veroveren. Een eventuele militaire operatie zou bedoeld zijn om „voorzichtig en beheerst” plaatsen te bereiken die kunnen worden aangemerkt als centra van terreur, zei hij.

„Ze kunnen Gaza gemakkelijk binnengaan, maar zij zullen hier niet levend vandaan komen”, dreigde Abdel Hakim Mukhtar, een 22-jarige aanhanger van de Fatah-organisatie van de Palestijnse leider Yasser Arafat, terwijl hij zijn machinepistool omhoog hield. „Ik weet zeker dat geen van hun soldaten dapper genoeg is om in onze straten te komen, omdat wij geen andere keus hebben - sterven of ons overgeven en we zullen ons niet overgeven.”

Arafat zei dat Israël met zijn invallen misdaden pleegt jegens de Palestijnse bevolking. Hij zei dat de Palestijnen zouden doorgaan „onze heilige steden, christelijke- en moslimplaatsen” te verdedigen.

Israël heeft met oog op de aangekondigde vergeldingsactie reservisten opgeroepen, maar dat zouden er aanmerkelijk minder zijn dan de meer dan 20.000 die werden gemobiliseerd voor het offensief op de Westoever. Dat begon op 29 maart, ook naar aanleiding van enkele bloedige zelfmoordaanslagen.

Mohammed Dahlan, Arafats veiligheidschef in Gaza, zei dat de Palestijnen een aanval verwachtten. „Iedereen is voorbereid en onze mensen weten hoe zij de bezetting moeten aanpakken”, zei hij.

„Wat ons ook te wachten staat”, zei Fatma Jaber, een 49-jarige grootmoeder die op de markt fruit en groente aan het inkopen was, „het zal de bezetting die we al meer dan 35 jaar hebben verduurd niet veranderen, of de Israëlische troepen nu in of buiten ons land zijn.”

Israëlische militairen hebben zich gisteravond teruggetrokken uit het centrum van Bethlehem, waar zich de Geboortekerk bevindt. Zij worden gestationeerd aan de rand van de stad en het naburige Beit Jala.

Met de hulp van de Europese Unie en Cyprus kwam na bijna veertig dagen een einde aan de belegering van de kerk, die is gebouwd boven de kribbe waar Christus ter wereld zou zijn gekomen. Alle 123 Palestijnen hadden het belegerde gebouw vrijdagochtend verlaten. Dertien militanten onder hen arriveerden kort voor het middaguur (Nederlandse tijd) met een Brits militair toestel op Cyprus. Zij zullen daar enkele dagen blijven, waarna zij naar lidstaten van de Europese Unie reizen. Griekenland heeft zich bereid getoond er een aantal op te nemen. Portugal neemt één Palestijn op. De andere landen zijn nog niet bekend.

De dertien, die door Israël als gevaarlijk worden beschouwd, zullen -volgens bronnen rond de Spaanse EU-voorzitter- in de landen waar zij uiteindelijk terechtkomen niet worden vastgezet. Volgens de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Piqué loopt tegen hen geen arrestatiebevel en staan zij niet op de lijst van personen die banden met internationale terreurorganisaties hebben.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, sloot niet uit dat zijn land later alsnog om hun uitlevering zal vragen. „U moet bedenken dat dit mensen zijn die bloed aan hun handen hebben. Een land dat hen opneemt, moet hen in de gaten houden”, zei Peres in Rome.

De andere 110 Palestijnen mochten naar huis. Een groep van 26 werd als helden ontvangen, toen zij met een bus de grens tussen Israël en de Gazastrook waren overgegaan. Sommigen kregen een geweer in de handen gedrukt, waarmee zij in de lucht schoten, anderen maakten het V-teken naar juichende mensen. Deze 26 Palestijnen worden in de Gazastrook berecht.

Amerikaanse deskundigen hebben vrijdag in de Geboortekerk, waar het naar urine stinkt, maar die niet beschadigd is, meer dan veertig boobytraps gevonden. Zij doorzochten het gebedshuis, nadat alle Palestijnen het gebouw hadden verlaten. Na de ontdekking vroeg het patriarchaat van de Grieks-Orthodoxe Kerk het Israëlische leger het gehele gebouwencomplex grondig te doorzoeken. Ongeveer twintig Israëliërs werden daarmee belast.