Nucleair netwerk van Khan nog steeds actief
Het geheime netwerk van Abdul Qadeer Khan, de man achter de ontwikkeling van de Pakistaanse atoombom, was ook in 2004 nog steeds actief, hoewel de atoomgeleerde zelf toen al in Pakistan onder huisarrest stond. Dit blijkt uit een Zwitsers rapport dat donderdag is verschenen.
Khans netwerk, dat nucleaire technologie aan Iran, Libië en mogelijk ook Noord-Korea doorspeelde, heeft in 2004 tweemaal geprobeerd Russische apparatuur te bemachtigen via een Nederlands en een Zwitsers bedrijf.
Een woordvoerder van het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft donderdag bevestigd dat zijn land oude onderdelen van kerncentrifuges naar het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) in Wenen heeft gestuurd voor onderzoek.
Het IAEA denkt dat de onderdelen inzicht kunnen verschaffen in het nucleaire programma van Iran. De atoomwaakhond van de Verenigde Naties hoopt door tests te kunnen achterhalen of sporen van hoogverrijkt uranium die op Iraans materiaal zijn aangetroffen afkomstig zijn uit Pakistan, zoals Teheran beweert. Hoogverrijkt uranium kan worden gebruikt voor de productie van atoomwapens.
Volgens woordvoerder Jalil Abbas Jilani zijn onderdelen van een oude, niet langer gebruikte centrifuge naar het IAEA gestuurd. Volgens de zegsman heeft het opgestuurde materiaal geen invloed op de nationale veiligheid. Een team Pakistaanse kerngeleerden zou helpen bij het onderzoek.
Een woordvoerder van het IAEA bevestigde dat Islamabad meewerkt aan het onderzoek. „Pakistan en het IAEA werken samen en een onderzoek naar de ontvangen monsters is aan de gang”, aldus IAEA-zegsman Marc Gwozdecky.
Iran houdt vol dat zijn atoomprogramma alleen bedoeld is voor de opwekking van energie. Het zegt dat de besmetting die op het Iraanse materiaal is gevonden, afkomstig is uit Pakistan, waar de centrifuges oorspronkelijk vandaan komen. De Verenigde Staten denken dat Iran informatie achterhoudt en in het geheim werkt aan kernwapens. Van Pakistan is bekend dat het over kernwapens beschikt.