Gewonden in Madrid door aanslag
In de Spaanse hoofdstad Madrid heeft de Baskische afscheidingsbeweging ETA met een autobom meer dan vijftig personen verwond. Vier mensen moesten volgens hulperleners in een ziekenhuis worden behandeld. Ruim vijftig anderen liepen snijwonden op door rondvliegende glas– en metaalsplinters of klaagden over gehoorschade.
De auto met explosieven ontplofte in een industriegebied in het noordoosten van Madrid. Ruim een halfuur voor de bomaanslag had de Baskische krant Gara volgens de politie een waarschuwing gekregen uit naam van de ETA. Door de waarschuwing had de politie nog de mogelijkheid het gebied af te zetten. Toch vielen door de kracht van de explosie vielen veel gewonden, vooral door rondvliegend glas van gesprongen ruiten uit nabijgelegen gebouwen.
Volgens de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken Alonso bevatte de bom ongeveer 20 kilo explosieven. Premier Zapatero heeft de aanslag scherp veroordeeld.
De aanslag, de eerste sinds februari, is een forse tegenvaller voor de linkse regering. Vorige week besloot het Spaanse parlement de regering toestemming te geven vredesbesprekingen te beginnen met de ETA, als die belooft de wapens neer te leggen. Alleen de grootste rechtse oppositiepartij stemde tegen en sprak van een knieval voor het terrorisme.
Sinds de ETA zijn onafhankelijkheidsstrijd in 1968 begon, heeft het geweld aan bijna 850 mensen het leven gekost. De laatste dodelijke aanslag vond twee jaar geleden plaats in het noorden van Spanje.