Vrijwel alle economische sancties die kunnen worden opgelegd, hebben effect op de olie-industrie van Iran, de op een na grootste olieproducent in de OPEC, en zullen de al hoge olieprijzen verder doen stijgen, aldus Amerikaanse analisten.

Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland beginnen woensdag in naam van de EU in Genève een nieuwe overlegronde met Iran over het nucleaire programma van dat land. Zowel de EU als de VS vrezen dat Iran probeert uranium te verrijken om daarmee kernwapens te ontwikkelen. Iran houdt echter vol alleen uranium te willen verrijken om het als brandstof te gebruiken in kerncentrales voor de opwekking van energie.

De EU wil Iran verregaande economische voordelen bieden als het land zijn nucleaire programma geheel stillegt. Als Iran echter blijft weigeren, steunt de EU het Amerikaanse standpunt en zal zij de kwestie doorsturen naar de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die op zijn beurt kan besluiten sancties in te stellen tegen Iran.

Die sancties kunnen volgens analist Gary Sick van de Universiteit Columbia in New York echter funest zijn voor de wereldeconomie. „De zwaarste sanctie die tegen Iran kan worden ingesteld zou gericht zijn tegen zijn olie-industrie, dat wil zeggen, een internationale boycot op Iraanse olieproducten”, zei hij. „Dat zou feitelijk betekenen dat er zomaar 3 miljoen vaten olie per dag van de markt verdwijnen en de olieprijs een nieuwe hoogtepunt zou bereiken.”

Sick zei overigens ook dat het nog zeer de vraag is of de Veiligheidsraad sancties zal instellen tegen Iran. Rusland en China, die beide een vetorecht hebben in de raad, zijn hier geen voorstander van. Rusland niet omdat het een kerncentrale bouwt in Iran en een contract heeft met de Iraanse regering om uranium te leveren, en China niet omdat het door een embargo tegen Iran een belangrijke olieleverancier kwijt zou zijn.