Hbo-fraude zeker 96 miljoen euro
Het geldbedrag dat de overheid is misgelopen door gesjoemel van hogescholen en universiteiten bedraagt ten minste 96 miljoen euro. Dat is 38 miljoen euro meer dan de comissie-Schutte vorig jaar nog becijferde.
De commissie kwam maandag naar buiten met haar eindrapport, ”Eerlijk delen II”. Dat zij een stuk hoger uit zou komen dan vorig jaar, was te verwachten, omdat Schutte en de zijnen toen al aangaven bij zeven instellingen nog nader onderzoek te willen doen. Overigens is de commissie ook nu nog niet helemaal klaar met rekenen. De totale claim van het Rijk zou kunnen oplopen tot boven de 100 miljoen euro.
Schutte waarschuwde maandag voor het beeld van „onderwijsland fraudeland.” Dat beeld is volgens hem niet terecht omdat 80 procent van de 96 miljoen euro voor rekening komt van dertien instellingen: tien hogescholen, twee roc’s en één universiteit. Ruim 57 miljoen moet worden terugbetaald door drie hogescholen: die van Amsterdam (ruim 25 miljoen), de Brabantse Avans Hogeschool (ruim 21 miljoen) en Hogeschool Zeeland (ruim 12 miljoen).
De hbo-affaire ging in 2001 rollen toen klokkenluider Peter de Jong bij het ministerie van Onderwijs meldde dat veel instellingen in het hoger onderwijs ongeoorloofde constructies gebruikten om zo veel mogelijk geld binnen te halen. Zo declareerde men deelopleidingen als volledige opleidingen, werd ook voor onderwijs dat studenten in het buitenland volgden een kostenpost opgevoerd en probeerde men langs allerlei wegen de studentenaantallen op te schroeven. De onderwijsinstellingen worden voor een groot deel bekostigd op basis van de aantallen ingeschreven studenten.
Of hier van strafbare feiten sprake is, is nog niet geheel duidelijk. Ter verontschuldiging voeren de scholen aan dat de financiële regels niet duidelijk waren en toezicht door de overheid gebrekkig was. Volgens Schutte neemt dat echter niet weg dat de schuld vooral bij de instellingen ligt. „Ook als de regels niet duidelijk zijn, beslis je toch zelf hoe je daarmee omgaat. Bij onduidelijke regels moet je als instelling minder risico’s nemen”, aldus het oud-GPV-kamerlid.
In zijn rapport zegt hij dat hij hier en daar aanwijzingen heeft gevonden dat er strafbare feiten zijn gepleegd, maar hij adviseert het ministerie nog niet daarvan aangifte doen. Volgens hem is daarvoor nader en andersoortig onderzoek nodig.
Rutte weet nog niet of hij de totale claim van Schutte overneemt. De staatssecretaris is al aan het terugvorderen bij instellingen die in het eerste onderzoek al onder vuur lagen. Door een paar miljoen aan vorderingen haalde hij een streep en hogescholen slaagden erin van een bedrag van 26 miljoen 6 ton af te knabbelen. Rutte haalt het geld grotendeels terug door het in te houden op de bekostiging van instellingen. Of hij aangifte gaat doen, weet hij nog niet.
Wat betreft de onduidelijke bepalingen, betoogt Rutte dat hij zijn zaakjes nu wel voor elkaar heeft. De regels zijn helderder gemaakt en de accountants die de instellingen controleren, leggen hun bevindingen nu ook bij elkaar. Zo kunnen dubieuze studentenstromen aan het licht komen. Tot nu toe kon dit niet, zo luidde een van Schuttes kritiekpunten.
Het nieuwe stelsel voor bekostiging voor het hoger onderwijs laat Rutte van tevoren uitgebreid testen op fraudegevoeligheid.