Doden om te leven kan niet
Koreaanse onderzoekers meldden vorige week dat zij opnieuw menselijke kloonembryo’s hadden gemaakt. Prof. dr. ir. H. Jochemsen zet kritische kanttekening bij deze nieuwe stap en waarschuwt voor exploitatie van menselijke eicellen.
Mogen we van een patiënt een eeneiige tweelingboer of -zus tot stand brengen en als embryo doden om met diens cellen die patiënt te behandelen? Zo gesteld zullen velen zich afvragen wie zoiets in zijn hoofd haalt. Toch is dat precies de bedoeling van onderzoek dat afgelopen donderdag in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Science werd gepubliceerd. Na een eerste succes vorig jaar zijn Koreaanse onderzoekers er weer in geslaagd kloonembryo’s te ’maken’ en daaruit embryonale stamcellen in het laboratorium te laten groeien.In dit korte commentaar wil ik op twee vragen ingaan. Wat heeft men precies gedaan en waarom? Hoe moeten we dit ethisch beoordelen?
Dolly
Het is allemaal begonnen met het schaap Dolly. Die techniek wordt nu toegepast op mensen. Men neemt eicellen af van een donor na hormonale ovulatiestimulering. De celkern met het eigen erfelijke materiaal wordt eruit gehaald. Vervolgens brengt men er een celkern in van een patiënt met diens erfelijke materiaal. Die aldus ’gevulde’ eicel wordt vervolgens aangezet tot delen en gaat -naar men hoopt- zich ontwikkelen als een nieuw embryo. Dit is genetisch gelijk aan die patiënt en daarvan dus een eeneiige tweeling.
Van dat nieuwe kloonembryo worden vervolgens embryonale stamcellen in kweek gebracht. Die stamcellen hebben in principe het vermogen om tot de ruim 200 verschillende weefsels uit te groeien waaruit het volwassen lichaam bestaat. Op die manier hoopt men in het laboratorium cellen te kunnen kweken van het weefsel of orgaan dat bij de patiënt niet goed functioneert om die patiënt daarmee te behandelen. Omdat die gekweekte cellen genetisch gelijk zijn aan de patiënt zal diens lichaam ze niet afstoten.
Het belangrijkste doel van deze hele onderneming is het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden voor een groot aantal veelvoorkomende ziekten als diabetes, alzheimer, spierziekten, parkinson et cetera. Ook in de VS en in Europa willen velen deze techniek ontwikkelen.
Ethische beoordeling
Het doel behandelwijzen te ontwikkelen voor allerlei ziekten die voor velen veel moeite en lijden meebrengen is op zichzelf loffelijk. Voor veel onderzoekers, beleidsmakers en patiëntvertegenwoordigers is dat voldoende reden om over de ethische bezwaren tegen kloonembryo’s heen te stappen. Maar ook goede doelen rechtvaardigen niet alle middelen. Ik noem de belangrijkste ethische bezwaren.
Het fundamenteelste bezwaar tegen deze handelwijze is dat men kloonembryo’s tot stand brengt om ze na enkele dagen te laten doodgaan om stamcellen te verkrijgen. Doden om anderen in leven te houden! In het prille menselijke embryo hebben we met een mens van doen. Biologisch gezien is het embryo ontegenzeggelijk een individu van menselijke soort. En als zodanig geschapen naar Gods beeld en betrokken op de geestelijke wereld. De ontkenning van de geestelijke kant van het menszijn brengt met zich mee dat men het embryo ziet als slechts een biologisch organisme. Het is wellicht niet toevallig dat de leider van dit onderzoek een diergeneeskundige is. Hij probeert zijn werk temeer aanvaardbaar te maken door te ontkennen dat zijn kloonembryo’s echte embryo’s zijn; het zijn slechts ”kerntranspantatieproducten”. Maar wanneer is Dolly dan van een kerntransplantatieproduct een schapenembryo geworden? Terminologische rookgordijnen worden vaker gebruikt om ethische problemen glad te strijken.
Hoewel de procedure nu aanzienlijk efficiënter is verlopen dan een jaar eerder, bleken gemiddeld ongeveer zes eicellen per kloonembryo nodig te zijn en drie embryo’s om embryonale stamcellen te kweken. Dus om voor een patiënt stamcellen te kweken waren gemiddeld zeventien eicellen nodig. Die waren verkregen via vrijwillige donatie. De procedure is medisch niet zonder risico. Bovendien kwamen ze voor een deel van kinderen van wie alleen de ouders toestemming gaven zonder dat er voor het kind enig medisch belang was. Dit is ethisch niet verantwoord.
Als deze techniek medisch succesvol zou worden, dan wordt het verkrijgen van eicellen een groot probleem. In diverse landen in de wereld wordt voor menselijke organen al geld gegeven. In de VS kunnen (”genetisch hoogwaardige”, jonge) vrouwen voor hun eicellen veel geld krijgen. Zal er niet een grote druk op arme vrouwen ontstaan om eicellen te gaan verkopen? Ligt onaanvaardbare exploitatie niet op de loer? Niet voor niets hebben de Verenigde Naties een motie aangenomen waarin landen gevraagd wordt deze techniek te verbieden.
Veilige ruimte
Verder is de kans op medisch succes onduidelijk. Kloonembryo’s bij dieren bevatten veelal genetische problemen die het gebruik van daaruit afkomstige stamcellen tot een hachelijke zaak maken. Bovendien blijkt momenteel het ethisch niet problematische gebruik van menselijke lichaamsstamcellen therapeutisch veelbelovender.
Als onze gezondheid het allerhoogste goed wordt, dan blijkt kwetsbaar mensenleven niet langer veilig! Alleen Gods heilzame verordeningen scheppen een veilige ruimte om te leven.
De auteur is directeur van het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut en bijzonder hoogleraar medische ethiek.