Gezamenlijke aanpak van drugsoverlast in grensregio
De burgemeesters van een aantal grote steden in Limburg en het aangrenzende Belgische en Duitse gebied willen gezamenlijk optreden tegen drugscriminaliteit. Zij hebben daarvoor vrijdag tijdens een wietconferentie in Maastricht een resolutie ondertekend.
Ze vragen aan de verantwoordelijke ministers van Nederland, België en Duitsland om van de euregio rond Zuid-Limburg een proefgebied te maken. Daarbinnen moeten juridisch en bestuurlijk mogelijkheden geschapen worden om de drugscriminaliteit samen te bestrijden. De drie betrokken ministers hebben inmiddels toegezegd daarover in oktober een vervolgconferentie te zullen bijwonen om naar zulke mogelijkheden te kijken. De Europese Unie staat het creëren van een proefregio op euregionaal niveau in ieder geval toe.
De resolutie werd ondertekend door acht Zuid-Limburgse gemeenten en door Aken (Duitsland), Luik en Hasselt (België). Enkele kleinere Belgische grensgemeenten weigerden te tekenen uit vrees voor een toename van de overlast door drugstoeristen als gevolg van een hardere aanpak in Nederlands Limburg.
Uitgangspunt voor de resolutie was dat repressie alleen niet werkt om de drugsoverlast aan te pakken. Bovendien werken de drie landen in de euregio nu te veel langs elkaar heen en de criminelen maken daarvan gebruik. Samenwerking levert dan meer op.
Er moet volgens de betrokken burgemeesters een oplossing gevonden worden voor de zogenoemde achterdeurproblematiek. Wiet mag immers wel in gedoogde coffeeshops worden verkocht, maar daar niet worden aangeleverd. Burgemeester Leers uit Maastricht bepleitte dan ook het legaliseren van de productie van wiet. Het PvdA-kamerlid Timmermans bepleitte vrijdag de instelling van een staatsmonopolie voor de wietteelt.
Leers sprak na afloop van de conferentie van een „historische en geslaagde dag.” Hij zei dat er „voor het eerst op Europees niveau gesproken is over een gezamenlijke aanpak van de overlast rond softdrugs.” Hij noemde de conferentie „een manifestatie van vastberadenheid en moed” en hoopte „deze moed te kunnen overbrengen naar de ministers van Justitie van de drie landen.”
Voorzitter J. Ritzen van de conferentie, voormalig PvdA-minister van Onderwijs en momenteel bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, zei dat de resolutie zal leiden tot een revolutie in de aanpak van drugscriminaliteit.
De aanwezigen werden vrijdag ook toegesproken door deskundigen op het gebied van drugs en criminaliteit. Zo hamerde de Tilburgse hoogleraar strafrecht prof. C. Fijnaut nogmaals op de in zijn ogen averechtse werking die de door Amerika op gang gezette en door Nederland onderschreven ”War on drugs” heeft: die versterkt de georganiseerde criminaliteit en lost niets op.
Duidelijk werd dat het drugsgebruik in België en Duitsland veel groter en problematischer is dan in Nederland. De Belgische wetgeving is volgens W. Demeyer, burgemeester van Luik en voorman van de Waalse socialistische partij, vaag en biedt de politie en overheden geen duidelijk handvat. Zowel hij als een deskundige uit Aken bleek vrijdag toch vooral te worstelen met het feit dat Duitsland en Belgie het probleem nauwelijks in kaart gebracht hebben. „Ze hebben het spul verboden en dus bestaat het probleem niet”, zei een rechercheur van de politie Limburg-Zuid vrijdag.