Onderwijsraad: Geef gemeente recht tot leerlingspreiding
Gemeenten moeten het recht krijgen om scholen te dwingen een bepaald percentage achterstandsleerlingen op te nemen. Orthodoxe scholen, zoals reformatorische en joodse onderwijsinstellingen, hoeven niet mee te werken.
Dat stelt de Onderwijsraad in een advies over spreiding en integratie dat woensdagmorgen in Rotterdam is overhandigd aan minister Van der Hoeven van Onderwijs en aan de Rotterdamse wethouder Geluk.
Aanleiding voor het advies is het voornemen van de gemeente Rotterdam om dubbele wachtlijsten in te voeren voor basisscholen. De ene wachtlijst is voor kinderen van buitenlandse afkomst en de andere voor Hollandse kinderen. Zo kunnen scholen en gemeenten precies bepalen hoeveel kinderen van allochtone afkomst zij opnemen. De Rotterdamse openbare basisschool De Pijler werkt al enkele jaren met zo’n dubbele wachtlijst.
De Onderwijsraad oordeelt dat het Rotterdamse initiatief juridisch niet houdbaar is. Het neigt naar discriminatie. Wet- en regelgeving die is gebaseerd op etniciteit is op grond van internationale en nationale afspraken verboden.
Spreidingsbeleid op zich is volgens het hoogste adviesorgaan van Van der Hoeven wel toegestaan. Het moet dan zijn gebaseerd op feitelijk vastgestelde leerachterstanden en niet op afkomst.
De Onderwijsraad vindt dat gemeenten het voortouw moeten krijgen bij het wegwerken van leerachterstanden. De eerste stap is dat de gemeente met de scholen gaat overleggen om op vrijwillige basis afspraken te maken over integratie en spreiding van leerlingen. Deelname aan dit overleg is voor de scholen verplicht.
In een aantal gemeenten is overleg volgens de Onderwijsraad niet voldoende. Minister Van der Hoeven moet daarom in de wet een regierol voor gemeenten mogelijk maken. Na overleg met de scholen kan de gemeenteraad in het uiterste geval besluiten om eisen te stellen aan het toelatingsbeleid van scholen. Concreet kunnen dan overwegend witte scholen de plicht krijgen een bepaald percentage achterstandsleerlingen van buitenlandse of niet-buitenlandse afkomst op te nemen.
Orthodoxe scholen die op basis van hun grondslag een strikt toelatingsbeleid hanteren, krijgen niet te maken krijgen met de verplichting om achterstandsleerlingen op te nemen. De grondwettelijke vrijheid van richting moet gegarandeerd blijven, zo vindt het adviesorgaan.
Het is overigens niet zo dat de reformatorische, vrijgemaakte, joodse en islamitische scholen sowieso zijn uitgezonderd. Als het achterstandenplan van de gemeente geen inbreuk maakt op de vrijheid van richting of inrichting, dan is er geen reden voor de school om niet deel te nemen. De Onderwijsraad is bereid om in geval van twijfel te adviseren of het plan een inbreuk maakt op grondwettelijke vrijheden.
De Besturenraad voor het christelijk onderwijs wil dat de vrijheid van ouders om voor een bepaalde school te kiezen moet blijven bestaan. „Die vrijheid is ons kostbaar en willen we behouden”, aldus woordvoerster Grada Huis woensdagmorgen desgevraagd. „Wij zien meer in goede voorlichting aan ouders dan dwang.”
Volgens Huis zijn in gemeenten als Deventer, Tiel, Amersfoort en Gouda integratieplannen stukgelopen op praktische punten. „Ouders moeten toch met een busje gaan rijden.” Dat scholen en gemeenten met elkaar in gesprek gaan, vindt de Besturenraad goed. „Dat moet wel vanuit de mensen zelf komen en niet van bovenaf worden opgelegd.”