„Te veel Europa, te weinig Nederland”
„De vrees van Kees” stond dinsdagavond centraal tijdens een bijeenkomst van de christelijke partijen in Soest. De vrees betreft Europa. Kees is SGP’er Van der Staaij. Hij kon dinsdag niet door één deur met CDA-kamerlid Jan Jacob van Dijk, een hartstochtelijk voorstander van de Europese grondwet.
Aan het begin van de avond peilt gespreksleider Sjoerd Vegter de meningen. Veertien aanwezigen van CDA, ChristenUnie en SGP gaan tijdens het referendum op 1 juni tegen stemmen en achttien voor. „Aan het eind van de avond zal ik opnieuw peilen”, belooft Vegter.
Eerst krijgt Van Dijk de gelegenheid om feitelijk uit te leggen wat de Europese grondwet inhoudt. Het ligt voor de hand dat de christen-democraat de aftrap verricht, want het kamerlid maakte deel uit van de conventie van 200 Europese politici die in 2001 en 2002 een ontwerp voor de Europese grondwet opstelden.
Het belangrijkste argument van Van Dijk om voor de EU-grondwet te stemmen ligt in het thema veiligheid. „Terrorismebestrijding, vrouwenhandel, mensensmokkel, drugshandel en valsemunterij vragen om een Europese aanpak”, aldus de CDA’er. Verder vindt hij het belangrijk dat Europa niet alleen langer een sociaal-economisch samenwerkingsverband zal zijn, maar „een waardegemeenschap.”
Dat de EU na aanvaarding van de grondwet verplicht is permanent in gesprek te zijn met kerken (en andere maatschappelijke organisaties) noemt Van Dijk „in dit gezelschap” een belangrijke vooruitgang. Dat er in de preambule van de grondwet geen verwijzing staat naar de joods-christelijke traditie, komt volgens de christen-democraat door de Fransen. „Die hebben nu eenmaal koudwatervrees als het gaat over de scheiding van kerk en staat.”
Daarna geeft de gespreksleider de ruimte aan „de vrees van Kees.” Van der Staaij ziet de voordelen die Van Dijk noemt, juist als nadelen. Voor de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit is volgens de SGP helemaal geen Europese grondwet nodig. „Tot nu blijkt dat Europa op basis van vrijwilligheid voldoende kan regelen. Laten we eerst de gemaakte afspraken maar eens volledig uitvoeren.”
Dat Europa meer zal zijn dan een sociaal-economisch samenwerkingsverband, vindt de SGP’er niet positief: „De Europese Unie neemt de allures van een staat aan. Waarom moet er een Europees volkslied komen en waarom een jaarlijkse dag van Europa op 9 mei?”
De preambule is een doorn in het oog van Van der Staaij: „Het is een moedwillige veronachtzaming van onze religieuze tradities. Het verlichtingsdenken is leidend.”
Tijdens de discussie probeert een van de aanwezigen beide standpunten bij elkaar te trekken. Volgens hem is het vooral een kwestie van tempo. De SGP’er kiest vanwege het draagvlak voor een trager tempo dan de CDA’er. Van der Staaij trapt daar niet in. Voor hem is de kwestie principieel: „Het is te veel Europa en te weinig Nederland.” Dat Nederland op veel terreinen vetorechten kwijtraakt, bevestigt voor de SGP’er dat we op weg zijn naar een supranationaal Europa. De komst van een vaste voorzitter van de Europese raad van ministers en een vaste minister van Buitenlandse Zaken bevestigt dat.
Van Dijk is het daar hartgrondig mee oneens. Europa is door de uitbreiding tot 25 leden volgens hem praktisch gezien onbestuurbaar geworden. Daarom zijn er meer bevoegdheden nodig: „Samenwerking alleen voldoet niet langer.”
Of er dan voor de CDA’er helemaal geen nadelen zijn? „Op alles is wat aan te merken. Dat geldt zelfs voor mijn vrouw, hoewel ik daar heel weinig kritiek op heb.” Van der Staaij haakt daar op in. „Als je in het huwelijk treedt met je vrouw, zeg je ”ja”. Daar is echter wel een basis van vertrouwen, maar dat vertrouwen heb ik in dit Europa niet.”
Aan het eind van de avond peilt discussieleider Vegter opnieuw de meningen. Twintig voor en veertien tegen. Het aantal voorstemmers is gegroeid. Dat komt volgens Vegter omdat er in de loop van de avond enkele mensen bij zijn gekomen. Na twee uur debatteren, trekt de gespreksleider zijn treurige conclusie: „Dit debat heeft niet tot verschuivingen geleid.”
ChristenUnie/SGP-raadslid Van Vuuren zorgt voor een vrolijke noot. Hij overhandigt aan het slot Van Dijk en Van der Staaij de bekende envelop met inhoud. „Waar is het bloemetje voor de echtgenotes?” roept een dame vanaf de tribune. Van Vuuren: „Dat kun je inderdaad hier van kopen.”