Productie chemie krimpt
De chemische sector is aan het kwakkelen. In de tweede helft van 2004 is de productie gedaald. Deze tendens zet zich door en is een van de belangrijkste signalen voor het opnieuw teruglopen van de economische groei in Nederland.
Volgens macro-econoom P. Oomens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is de dure olie de belangrijkste boosdoener voor tragere economische groeiin de wereld. „De prijsstijgingen beginnen nu door te werken. Er wordt minder gekocht en daardoor minder geproduceerd".
Daarmee lijkt een scenario op te doemen die op een nieuwe recessie kan duiden. In 2004 groeide de economie met 1,4 procent. De gehele industrie veerde volgens het CBS op, met uitzondering van de chemie, de sector die voorheen een van de sterkste groeiers was.
De chemie is een van de conjunctuurgevoeligste bedrijfstakken. Petro- en basischemie, zoals de productie van plastics, staan aan het begin van de productieketen. Oomens: „Herstel maar ook teruggang is in deze branche het eerst te zien".
Een grote petrochemische installatie is stilgelegd. Dat verklaart deels de teruggang die het CBS in de tweede helft van 2004 voor de chemie signaleert. De VNCI, de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, presenteert woensdag de jongste cijfers over de ontwikkelingen in de branche.
Analist R. Keizer van Iris, het onderzoeksinstituut van Rabobank en Robeco, is verbaasd over de presentatie van het CBS. „DSM en Akzo Nobel zijn met goede jaarcijfers gekomen over hun chemiedivisies. Ook de jongste kwartaalcijfers wijzen niet op deze problemen". Zo groeide de kwartaalomzet van Akzo’s divisie Chemicals met 5 procent tot 1 miljard euro. „Juist door hoge bezettingsgraden weten ze de dure olie door te berekenen aan hun klanten. Binnen de gehele Europese Unie draait de chemie best goed".
Volgens Oomens is er een verschil in de manier waarop naar de branche wordt gekeken. „Dat is een oud probleem. Analisten houden vooral omzet- en winstcijfers van het concern in de gaten. Wij kijken anders naar de data. Het CBS richt zich op de toegevoegde waarde in Nederland en in het bijzonder op de volume-ontwikkelingen. De winsten kunnen nog wel stijgen maar dat zegt niet altijd iets over de totale waardeontwikkeling in ons land. Shell profiteert tenslotte ook van de hoge olieprijzen".