Minder rompslomp bij aanvraag bijstand
Eén keer dezelfde gegevens aanleveren voor het aanvragen van bijstand of WW moet genoeg zijn. Nu moeten mensen die een uitkering aanvragen, dezelfde gegevens vaak diverse malen verstrekken aan verscheidene instanties.
Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken maakte vrijdag bekend vanaf 2007 in de wet vast te leggen dat één keer genoeg moet zijn.
Ook moet er eind 2006 per aanvrager één elektronisch dossier komen waarin alle betrokken instanties hun gegevens bijhouden. Die instanties zijn gemeenten, uitkeringsinstantie UWV en het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Mensen moeten hun eigen dossier kunnen inzien.
Van Hoof volgt hiermee adviezen van de commissie-Keller, die op zijn verzoek heeft onderzocht hoe de elektronische informatievoorziening en de dienstverlening kunnen worden verbeterd. Mensen die een beroep doen op de bijstand of de WW, moeten zich eerst melden bij het CWI, het vroegere arbeidsbureau. Als het niet lukt hen aan werk te helpen, stuurt het CWI de gegevens door aan het UWV of de gemeenten. Die beoordelen dan of de aanvragers recht hebben op een uitkering.
„Jaarlijks komen circa 1 miljoen burgers in de keten. Stapels formulieren moeten bij het CWI worden ingevuld en die gaan vervolgens per koerier naar gemeenten en het UWV. Het gaat wel om een kilo papier per persoon”, aldus prof. Keller. „Vervolgens hebben ze bij gemeenten en het UWV altijd wel aanvullende vragen of willen ze zaken nog eens overdoen.”
Gemiddeld moeten mensen die een werkloosheidsuitkering aanvragen, tien pagina’s met 200 vragen invullen. Voor een WW-uitkering moeten bovendien 35 bewijsstukken worden aangeleverd. De procedure voor de bijstand is nog omvangrijker. Voor een bijstandsuitkering moet een burger gemiddeld veertig pagina’s met 400 vragen invullen en zeventig bewijsstukken aanleveren.
De betrokken instanties hebben nu niet allemaal de beschikking over dezelfde gegevens en mensen moeten vaak dezelfde vragen diverse keren beantwoorden. Een verbod op het tweemaal vragen van dezelfde gegevens dwingt de instanties met elkaar samen te werken.
Volgens Van Hoof constateerde dat nu in de sociale zekerheid nogal de neiging bestaat om vanuit procedures te opereren. Hierdoor wordt de positie van de klant uit het oog verloren en wordt weinig efficiënt gewerkt. Hij heeft het CWI opdracht gegeven voor 1 juli met een plan van aanpak te komen om samen met gemeenten en het UWV het zogenoemde cliënt-volgsysteem op te zetten.
Uiteindelijk streeft de staatssecretaris ernaar om de informatiestroom zo te organiseren dat er een „omgekeerde intake” ontstaat. De Belastingdienst kan bijvoorbeeld al gegevens leveren over het arbeidsverleden van een persoon en neveninkomsten, zoals de verdiensten van een partner. Het CWI, UWV en gemeenten hoeven dan alleen te vragen naar ontbrekende gegevens.