Zuidelijk Afrika stevent af op hongersnood
Het zuiden van Afrika staat aan de vooravond van een ongekende hongersnood. Ongekend, want het is nog nooit zo erg geweest in dit deel van Afrika, dat door de jaren heen gespaard is gebleven voor voedselgebrek op grote schaal.
Met name Zimbabwe, Zambia en Malawi stevenen in snel tempo af op een ramp, terwijl Mozambique, Angola, Swaziland en Lesotho er iets minder slecht aan toe zijn, hoewel hun voedselvoorraad op dit moment slechts voor drie maanden voldoende is.
De noodklok is vorige week geluid door het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties. Regionaal directrice Judith Lewis verklaarde op een persconferentie in Johannesburg, dat op dit moment al 4 miljoen mensen honger lijden. „Dit aantal zal in de komende maanden stijgen tot minstens 19 miljoen als er geen hulp komt”, zei Lewis en voegde daaraan toe, dat die hulp maar mondjesmaat wordt verschaft. „Het WFP heeft op korte termijn 69 miljoen Amerikaanse dollar nodig. We hebben tot nu toe slechts 3 miljoen ontvangen, van Zuid-Afrika, Nederland, Finland, Zwitserland, Australië en Amerika. Internationale actie is dringend gewenst om een humanitaire ramp te voorkomen”, aldus Judith Lewis. Het tekort aan mais (het hoofdvoedsel van miljoenen Afrikanen) wordt dit jaar geraamd op meer dan 3 miljoen ton.
Later deze maand vindt in Johannesburg een spoedconferentie plaats van donorlanden, het WFP en de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN. In vroeger jaren konden de landen in de regio altijd aankloppen bij met name Zuid-Afrika, Botswana en Zimbabwe, want die vormden de graanschuur van het zuiden van Afrika. Dit jaar is er echter sprake van hevige droogte, zodat Zuid-Afrika en Botswana maar net genoeg voor eigen gebruik kunnen produceren.
Met Zimbabwe is iets anders aan de hand. Er is weliswaar droogte maar dat was voor de moderne commerciële agrarische bedrijven van de blanke Zimbabwaanse boeren geen groot bezwaar omdat er geavanceerde irrigatiesystemen waren aangelegd, die het land door de droogte heenhielpen. Maar van die blanke boerenbedrijven is weinig meer over. De meeste worden al langer dan twee jaar bezet door zogeheten ’veteranen’ die, aangenmoedigd door hun president Robert Moegabe, de blanke grond in bezit hebben genomen. De laatste maanden, na de herbenoeming van Moegabe als president in de meest corrupte en frauduleuze verkiezingen die Zimbabwe ooit heeft gekend, worden de blanken in versneld tempo van hun grond verdreven. Daarbij worden hele oogsten in brand gestoken, veestapels geslacht en landbouwmachines vernield in een orgie van zinloos geweld.
Afgezien van de vreselijke menselijke tragedies die zich hierbij afspelen (boeren worden vermoord of verdreven, hun zwarte werknemers opgejaagd en gemarteld), is er voor het eerst in meer dan een eeuw sprake van ernstige voedseltekorten. Zimbabwe produceerde in normale tijden bijvoorbeeld anderhalf miljoen ton mais per jaar, genoeg voor eigen gebruik plus de export van een overschot. In het afgelopen jaar is slechts 300.000 ton op de markt gekomen. Geld voor de invoer van mais uit Zuid-Afrika heeft Zimbabwe niet, want buitenlandse deviezen verdwijnen met de regelmaat van de klok op buitenlandse bankrekeningen van Moegabe en zijn handlangers. Dus riep Moegabe vorige week de „noodtoestand” uit en deed hij een beroep op de internationale wereld om voedselhulp.
Na haar bezoek aan Zimbabwe zei Judith Lewis: „In de steden staan er lange rijen voor de winkels. Op het platteland eten ze gras. De mensen durven niet meer naar begrafenissen of bruiloften te gaan, uit angst dat ze bij hun terugkeer zullen zien dat hun oogst is weggehaald.”
Zuid-Afrika bereidt zich voor op een stroom van vluchtelingen uit zijn buurlanden, met name Zimbabwe en Mozambique. Tegelijkertijd heeft het land plannen klaarliggen voor een versnelde en gesubsidieerde export van mais naar zijn buurlanden. „Het is beter om iets voor die landen te doen dan te wachten op een vluchtelingenstroom over onze grenzen”, zegt het hoofd van het departement Binnenlandse Zaken, Leslie Masokwe.De situatie in Zimbabwe, Zambia en Malawi wordt verergerd door aids. Het hoofd van Zuid-Afrika’s Rode Kruis, dr. Guy Zimmermann, zegt: „De voedselsituatie is vooral precair voor aids-weesjes en voor de miljoenen volwassen aids-lijders die te zwak zijn om er op uit te gaan.”
De prijs van Afrika’s basisvoedsel, mais, staat internationaal genoteerd in Amerikaanse dollars. En aangezien de Zuid-Afrikaanse Rand in een jaar tijd ten opzichte van de dollar 40 procent van zijn waarde is kwijtgeraakt, is mais een kostbaar goed geworden. De Rand heeft alle andere valuta in de regio meegesleurd. Deze valutakrisis gekoppeld aan tekorten veroorzaakt door droogte en -in Zimbabwes geval- wanbestuur, heeft tot gevolg gehad dat de gebruiker in de regio nu 200 procent meer voor mais betaalt dan tien maanden geleden. En dat kunnen die verarmde landen zich eenvoudig niet veroorloven. Hulp is dus hard nodig.