Het slachtoffer is de 54-jarige Philip Agustin. Hij had juist wat zitten drinken met een gemeentefunctionaris en bevond zich in het huis van zijn dochter in de noordoostelijke plaats Dingalan, toen hij van buitenaf door een raam in het achterhoofd werd geschoten. De dader ontkwam met een andere man op een motorfiets, zei de recherche.

De familie denkt dat Agustin zijn doodvonnis heeft getekend met artikelen in zijn krant, de Starline Time Recorder, over corruptie van een bestuurder in Dingalan, zo’n 100 kilometer ten noordoosten van Manilla.

Agustin is al de vijfde journalist die dit jaar in de Filipijnen wordt vermoord. Met de nieuwe aanslag wordt de naam van de Filipijnen als ”het moorddadigste land” voor journalisten opnieuw bevestigd. De kwalificatie is van de Commissie tot Bescherming van Journalisten in New York. Sinds het herstel van de democratie in 1986 zijn in de Filipijnen 68 journalisten vermoord, van wie 23 in de afgelopen drie jaar.

Een politiewoordvoerder zei dat het nationale hoofd van politie, Leopoldo Bataoil, en regionale politiefunctionarissen naar Dingalan onderweg zijn om zich van de gebeurtenissen op de hoogte te stellen en de familie van Agustin te laten zien dat de politie serieus werk maakt van het onderzoek.

Bataoil heeft eerder gezegd dat journalisten toestemming krijgen om wapens te dragen en voortaan politiebescherming kunnen aanvragen. Maar de Filipijnse journalistenbond wees dat van de hand en zei dat de politie geen journalisten moet bewapenen, maar de moordenaars moet arresteren, vervolgen en veroordelen. De moord op Agustin „bewijst dat de kwalificatie van de Filipijnen als het moorddadigste land voor journalisten geen overdrijving of kwaadsprekerij is”, zei voorzitster Inday Espina Varona. „Er is een cultuur van straffeloosheid en de mensen zijn niet echt bang voor de overheid hier.”