Trbic had bij zijn eerste voorgeleiding in april om bedenktijd gevraagd. Hij is niet aangeklaagd wegens genocide (volkenmoord), het zwaarste misdrijf onder de jurisdictie van het VN-tribunaal in Den Haag. Trbic behoort dus tot de relatief minder zware gevallen.

VN-rechter Antonetti vroeg aanklager McCloskey woensdag ook naar overwegingen om de acht Srebrenica–verdachten samen te berechten die momenteel in Scheveningen op het begin van hun proces wachten. McCloskey repte over ‘complicaties’; bij het bureau van hoofdaanklaagster Carla Del Ponte wordt verder nagedacht over het probleem.

Ook de griffie onder leiding van Hans Holthuis is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden. Een van de problemen is dat geen van de drie tribunaal-rechtszalen aan het Haagse Churchillplein in de huidige opstelling groot genoeg is voor acht verdachten en hun advocaten.

De woordvoerster van Del Ponte benadrukt dat gezamenlijke berechting om tal van redenen de voorkeur verdient. Zo zouden getraumatiseerde slachtoffers slechts een keer naar Den Haag moeten komen om te getuigen.

Ook speelt mee dat het tribunaal van de VN-Veiligheidsraad zijn rechtszaken in eerste aanleg in 2008 moet afronden. Minder zware gevallen kunnen daarna nog voor nationale rechtbanken op de Balkan worden berecht, maar verdachten inzake Srebrenica komen daarvoor volgens Del Ponte niet in aanmerking.