Binnenland

Grondrechten ook opgenomen in grondwet

Op 1 juni vindt het referendum plaats over de Europese grondwet. De kiezers mogen de Tweede Kamer dan adviseren voor of tegen de constitutie te stemmen. Deze serie brengt de inhoud van de grondwet voor het voetlicht. Vandaag aandacht voor deel II van de constitutie.

Kees de Groot
11 May 2005 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 02:32

Iedereen heeft recht op leven. Daarom mag niemand tot de doodstraf worden veroordeeld. Kloneren van mensen is verboden. Vooraf laten bepalen of je een jongetje of meisje wilt krijgen mag niet. Niemand mag in slavernij worden gehouden. Als eerste Europese verdrag legt de grondwet deze grondrechten voor Europese burgers vast.

Het zogeheten Handvest, waarin de rechten zijn opgenomen, bepaalt verder onder meer dat iedereen vrijheid van godsdienst heeft en recht op onderwijs. Een ieder kan bovendien aanspraak maken op een eerlijke en openbare rechtszaak als hij vindt dat zijn grondrechten zijn geschonden.

Door het uit 2000 daterende handvest in de grondwet op te nemen, krijgt het optreden van de Unie meer legitimiteit, juichen de voorstanders. Burgers weten nu dat er overal in de EU een standaardbeschermingsniveau is en dat hun mensenrechten zullen worden geëerbiedigd. De grondrechtenlijst is namelijk juridisch bindend voor de Europese Commissie, het europarlement en de Raad van regeringsleiders. De drie instellingen moeten zich bij het uitstippelen en uitvoeren van EU-beleid door de bepalingen van het Handvest laten leiden. Dat geldt ook voor de nationale lidstaten als zij Europese regels uitwerken in eigen wetsvoorstellen.

Tegenstanders van de grondwet trachten de euforie onder de voorstanders te temperen. In het tweede deel van de grondwet staat bijvoorbeeld dat iedereen recht heeft op toegang tot preventieve gezondheidszorg en recht op toegang tot beroepsopleidingen. Zaken als gezondheidszorg en onderwijs zijn echter geen Europese beleidsterreinen, stelt het Comité Grondwet Nee. „Eigenlijk kán de burger dus geen rechten ontlenen aan deze passages.”

Dat de Unie niet mag folteren, de doodstraf niet mag opleggen en de slavernij niet mag invoeren, zijn „volstrekt overbodige bepalingen”, voegt de ChristenUnie daar aan toe. De partij verwijt de EU hoeder en beschermer te willen zijn van burgers. „Die ambitieuze doelstelling kan Europa nooit hard maken. (…) Dat de EU zich bevoegdheden aanmatigt op het terrein van de burgerrechten, kan dan ook alleen maar worden gezien als een stap in de richting van een Europese staat.”

Nu de Unie grondrechten wil garanderen voor zijn burgers, zal naar verwachting de ruimte voor nationale lidstaten voor een eigen uitleg van die rechten en voor een eigen traditie afnemen. Eenzelfde grondrecht kan immers moeilijk door de ene lidstaat anders worden uitgelegd dan door de andere.

Bovendien, betogen tegenstanders, zijn de grondrechten van burgers al lang opgenomen in nationale grondwetten en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Deel II van de grondwet is daarvan slechts een onnodig duplicaat. Op één punt wijkt de constitutie af van het EVRM. In dat laatste verdrag staat dat mannen en vrouwen van huwbare leeftijd met elkaar mogen trouwen. Het Handvest spreekt in het algemeen van het recht om te huwen. Daaraan wordt toegevoegd dat het trouwrecht „wordt gewaarborgd volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen.” Dat biedt EU-lidstaten dus alle ruimte het homohuwelijk in te stellen, zoals dat in Nederland al praktijk is. Wie op dat punt tegenkracht verwachtte van Europa, hoeft daar met de grondwet niet op te rekenen.

Dit artikel is het vierde deel in een serie. Volgende week woensdag komt deel III van de grondwet aan de orde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer