Buitenland

Gezin krijgt nauwelijks rol in Britse verkiezingsdebat

De belangen van kinderen werden nooit eerder zo sterk benadrukt in de Britse verkiezingsprogramma’s als juist in de huidige. Alle drie de grote partijen willen graag laten zien dat zij de meest kindvriendelijke zijn. Maar omdat de partijen het eens zijn, wordt er nauwelijks over gesproken.

4 May 2005 08:46Gewijzigd op 14 November 2020 02:30

Britse burgers worden deze week weer getrakteerd op een staaltje moddergooien. De campagne voor de verkiezingen van woensdag bereikte de afgelopen dagen zijn hoogtepunt. Labour-leider en premier Tony Blair strijdt met zijn Conservatieve rivaal Michael Howard om Downingstreet 10. En omdat Labour tevens dreigt te verliezen aan de derde partij, de Liberaal-Democraten, krijgt ook de leider van deze beweging, Charles Kennedy, zijn deel.

De Conservatieven, die bang zijn voor de derde keer de verkiezingen te verliezen, hingen posters langs de straat met een foto van Tony Blair: ”Je moet toch niet denken aan nog eens vijf jaar met deze man”. En Labour plaatste een paginagrote advertentie in sommige kranten met een foto van Howard met het onderschrift dat „toch niemand graag wakker wil worden met deze man als minister-president.”

De partijen debatteren over allerlei onderwerpen, variërend van de gezondheidszorg en de oorlog in Irak tot de algemene vraag of Blair het vertrouwen wel waard is. Directeur Norman Wells van de Family & Youth Concern schudt zijn hoofd. „Over huwelijk en gezin zijn de partijen het jammer genoeg eens.”

Family & Youth Concern is een organisatie zonder politieke of godsdienstige binding die zich richt op onderzoek naar de rol van het gezin en op beïnvloeding van het publieke debat daarover. De organisatie werd begin jaren zeventig opgericht door een joodse huisarts in Londen.

Wells analyseerde de verkiezingsmanifesten van de drie partijen op hun voorstellen over gezinspolitiek. Hij vond weinig verschillen. „Men legt grote nadruk op de steun voor het kind. Maar de partijen erkennen niet dat het gezin de beste omgeving is voor een goede opvoeding.”

De partijen gaan in hun programma’s een wedloop aan wie de beste kinderopvang biedt. „Alle partijen willen moeders zo veel mogelijk stimuleren in het arbeidsproces bezig te zijn. Terwijl het helemaal niet in het belang van het kind is als ouders veel bij hun kinderen vandaan zijn. Wetenschappelijke onderzoeken geven dat aan. De partijen werken vanuit een ideologische agenda waarin de werkende ouders voorrang krijgen boven de belangen van kinderen.”

Wells plaatst dit in een ontwikkeling van de afgelopen tientallen jaren waarin de staat meer zeggenschap kreeg over de opvoeding. „Vroeger waren de ouders primair verantwoordelijk en greep de staat alleen in noodgevallen in. Maar nu stellen alle partijen voor de dagopvang van kinderen uit te breiden. De invloed van overheidsorganisaties op de eerste jaren van het kind neemt dus toe.”

Wat Wells daarbij ook stoort is dat geen van de partijen voorzieningen wil treffen om dezelfde vergoeding te bieden aan ouders die kiezen voor kinderopvang in de naaste omgeving. „In het verleden waren het vaak grootmoeders of buren die naar kinderen omkeken als beide ouders werkten. Dat mag nog wel, maar daar staat geen enkele vergoeding tegenover. Terwijl je ze wel tegen lage kosten en belastingvoordelen bij opvanginstellingen kunt onderbrengen.”

De directeur van Family & Youth Concern heeft ook gezien dat de regerende Labour-partij verzekert dat „de regering zich nooit nodeloos moet bemoeien met het leven van ouders of kinderen.”

Wells: „Maar toch dicht de regering zichzelf een veel grotere rol toe dan voorheen. Beter zou de regering het uitgangspunt kunnen nemen in de erkenning dat ouders de primaire taak voor de opvoeding en opvang van het kind hebben. Ik vrees ook dat ouders steeds meer verantwoordelijkheden van zich afschuiven naarmate de staat meer naar zich toe trekt. Dat kan dan zelfs uitlopen op verwaarlozing van kinderen.”

In geen van de drie manifesten las Wells iets over het belang van het huwelijk. „De Conservatieven zeiden in voorgaande programma’s steeds dat er een belastingvoordeel op het kostwinnerschap moest zijn. Maar dat staat er nu niet meer in.”

Volgens Wells past dit in een tendens om in wetgeving kinderen steeds meer als gelijken tegenover de ouders te plaatsen. „Kinderen worden beschouwd als autonome individuen. In zo’n benadering passen geen ouders meer als gezaghebbende figuren. Maar daar zit tegelijk een tegenstelling, omdat de regering ouders wel aanspreekt op het gedrag van kinderen. Ouders krijgen bijvoorbeeld een boete als de kinderen spijbelen. Maar ouders krijgen niet de bevoegdheid om daar werkelijk iets aan te doen.”

Wells heeft niet het idee dat hij met zijn kleine private organisatie aan een dood paard trekt omdat de meerderheid van de Britse bevolking immers geen groot belang meer lijkt te hechten aan huwelijk en kostwinnerschap. „Een onderzoeker van de London School of Economics heeft aangetoond dat het slechts 15 tot 20 procent van de werkende moeders is die het werk boven het gezin stelt. De rest zou eigenlijk liever thuis bij de kinderen zijn of kiest voor een deeltijdbaan. Terwijl de voorstellen van de politiek zijn afgestemd op die eerste, kleine groep. De regering prees onlangs in een rapport het Scandinavische model, waarin het hebben van kinderen nauwelijks invloed heeft op de werksituatie. Dat is blijkbaar het ideaal voor Labour.”

Hoewel het geluid van Wells in de verkiezingscampagne niet wordt gehoord, denkt hij toch dat grote groepen mensen zijn standpunt delen. „De politiek geeft eigenlijk de boodschap af dat het huwelijk uit de tijd is en gelijk staat aan samenwonen. Maar onderzoeken onder tieners wijzen uit dat zij later graag willen trouwen en samen met een echtgenoot kinderen willen opvoeden. Ik denk daarom dat het gezin wel toekomst heeft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer