Kansloos
Wat wil VVD-fractieleider Van Aartsen met zijn voorstel, maandag gelanceerd in Trouw, om als regeringscoalitie bij de verkiezingen van 2007 met één kandidaat-premier naar voren te komen? Hij kan van het CDA niet verwachten dat men Balkenende laat vallen. Dus zou dat betekenen dat VVD en D66 zich bij voorbaat achter Balkenende scharen.Op het grondvlak van D66 vindt een aantal mensen dat ze twee jaar geleden eigenlijk per ongeluk in deze coalitie terechtgekomen zijn. De val van minister De Graaf was voor hen voldoende reden om met het kabinet te breken. De meerderheid van de partij ging in die gedachtegang niet mee, maar om nu het politieke lot van de partij te verbinden aan de voortzetting van deze coalitie, dat gaat ook mensen als Dittrich te ver.
Het CDA kan verheugd zijn dat de liberalen de hernieuwde samenwerking met de christen-democraten kennelijk goed bevalt. Maar men moet er wel rekening mee houden dat de huidige coalitie bij de volgende verkiezingen haar meerderheid verliest. Dan komt de PvdA als coalitiepartner in beeld. Die overstap wordt echter moeilijker wanneer de zittende coalitie met een gemeenschappelijke kandidaat-premier tot inzet van de verkiezingen is gemaakt.
Van Aartsen kan niet de illusie koesteren dat het CDA akkoord zal gaan met een liberale kandidaat-premier. Maar als de VVD zich achter Balkenende schaart, dan gaat de partij er bij voorbaat al van uit dat zij kleiner blijft dan het CDA.
Of is dit voorstel vooral bedoeld voor intern gebruik? Wil Van Aartsen hiermee het VVD-congres, waar eind deze maand het Liberaal Manifest aan de orde komt, over de streep trekken als het gaat om de gekozen formateur? Hoopte hij duidelijk te kunnen maken dat dat een thema is waar ook anderen veel in zien?
De VVD is lang afkerig geweest van allerlei veranderingen in het door Thorbecke ontworpen staatkundig model, maar na de Fortuyn-revolte lijkt dat voorbij. In ieder geval vertegenwoordigt Van Aartsen binnen de VVD de stroming die op korte termijn allerlei staatsrechtelijke vernieuwingen wil invoeren.
In het model van Van Aartsen zou ook de linkse oppositie met een eigen kandidaat-formateur moeten komen. Maar die moeten dat dan ook nog zelf willen. Zijn SP en GroenLinks bereid zich achter Bos te scharen? En omgekeerd: Zit de PvdA-leider daar op te wachten? Is het niet veeleer zo dat hij voor de nieuwe parlementaire periode mikt op een coalitie van PvdA en CDA?
Voor Wouter Bos heeft het oude socialistische gelijkheidsideaal veel van zijn glans verloren. Maar voor Jan Marijnissen en zijn SP is dat bepaald niet zo. En bij GroenLinks staat, anders dan bij de PvdA, de multiculturele samenleving altijd nog hoog aangeschreven.
Kortom, het voorstel van Van Aartsen is kansloos omdat het niet aansluit bij de politieke werkelijkheid. Een door de kiezers aangewezen formateur levert alleen wat op als hij op een duidelijke meerderheid in de Tweede Kamer kan rekenen. Anders kan hij er beter niet aan beginnen of is hij hooguit een paar dagen voor de vorm bezig. Geen wonder dat de kiezers zich dan voor de gek gehouden voelen.